Trainingskunde les 2 De sportprestatie

Uithoudingsvermogen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Uithoudingsvermogen

Slide 1 - Diapositive

Doel van vandaag
  • Herhalen/oefenen coördinatie en lenigheid
  • Inzoomen uithoudingsvermogen (UHV)  

Slide 2 - Diapositive

Ik ben deze week met trainingskunde bezig geweest?
JA
NEE

Slide 3 - Sondage

Wat heb je gedaan aan trainingskunde?

Slide 4 - Question ouverte

Benoem de psychische/mentale factoren die invloed hebben op een sportprestatie.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Welk plaatje geeft het evenwichtsorgaan weer?
A
B
C

Slide 7 - Quiz

Welke factoren hebben een negatieve invloed op coördinatie?
A
Vermoeidheid - Ouderdom - Hoogte/watervrees
B
Vermoeidheid - getraindheid - Hoogte/watervrees
C
Vermoeidheid-Ouderdom-Lenigheid

Slide 8 - Quiz

Wat betekend hypermobiliteit?

Slide 9 - Question ouverte

Welke blessures komen vaak voor onder hypermobiele sporters?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen dynamische en statische lenigheidsoefeningen?

Slide 11 - Question ouverte

Wat betekent het woord ‘spiertonus’?
A
Spierscheuring
B
Spierlenigheid
C
Spierspanning
D
Spierlengte

Slide 12 - Quiz

Uithoudingsvermogen

Slide 13 - Diapositive

Welke soorten vermoeidheid ken jij?

Slide 14 - Carte mentale

Slide 15 - Diapositive

uithoudingsvermogen

Slide 16 - Diapositive

Wat is uithoudingsvermogen?

Slide 17 - Diapositive

Soorten vermoeidheid
  • Na weken van inspanning – Tour de France
  • Lokale pijn – bij fitness of simpele schouder oefening
  • Vermoeidheid bij een marathon/ triatlon
  • Baanwielrenner bij een 1000-meter
  • De wereldrecordhouder 100 meter sprint wint niet altijd de 200 meter. En zeker niet de 400 meter!

Slide 18 - Diapositive

VO2-max
De maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan opnemen.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Hoe drukken we de maximale zuurstofopname uit?
A
CO2-max
B
COPD-max2
C
VO2-max
D
O2-max

Slide 21 - Quiz

Basis uithoudingsvermogen
Het vermogen van de sporter om weerstand te kunnen bieden aan vermoeidheid bij belastingen met lage bewegingssnelheden (50-75% van de VO2-max).

Slide 22 - Diapositive

Wat betekend lactaat?
A
Zuurstofopname
B
inspanning
C
Trainingsvorm
D
Melkzuur

Slide 23 - Quiz

Energiesystemen
  • Anaeroob a lactisch - zonder zuurstof  zonder lactaat
  • Anaeroob  lactisch - zonder zuurstof + lactaat
  • Aeroob - met zuurstof zonder lactaat

Slide 24 - Diapositive

Energiesystemen

Slide 25 - Diapositive

Energie systemen

Slide 26 - Diapositive

Wat is de capaciteit van het fosfaat systeem?
A
Tot 4 seconden
B
Tot 20 seconden
C
Tot 2 minuten
D
Uren

Slide 27 - Quiz

Een andere naam voor fosfaatsysteem is:
A
Anaeroob a-lactisch
B
Anaeroob lactisch
C
Aeroob

Slide 28 - Quiz

Sleep de energiesystemen van meest naar minst vermogen
Meest
vermogen
Minst
vermogen
1
2
3
Fosfaat systeem
Melkzuur systeem
Zuurstof systeem

Slide 29 - Question de remorquage

Sleepvraag
Fosfaat systeem
Kogelstoren
Aeroob
Anaëroob a-lactisch
Koolhydraten
Marathon

Slide 30 - Question de remorquage

Slide 31 - Vidéo

In welk energiesysteem vind deze inspanning plaats?
A
Anaeroob- lactisch
B
Anaeroob - a-lactisch
C
Aeroob

Slide 32 - Quiz

De 100 meter sprint wordt gelopen in 9.'58 seconde. Deze inspanning is gelopen in het......
A
Anaeroob - lactisch systeem
B
Anaerobe - a-lactisch systeem
C
Aerobe systeem

Slide 33 - Quiz

1

Slide 34 - Vidéo

01:12
In welk energiesysteem vind deze inspanning plaats?
A
Anaeroob- lactisch
B
Anaeroob - a-lactisch
C
Aeroob

Slide 35 - Quiz

Welk energiesysteem is de belangrijkste energieleverancier bij 100 meter sprint atletiek (zoveel mogelijk op 100 % van de maximale snelheid)?
A
Melkzuur systeem
B
Anaeroob lactische systeem
C
aerobe systeem
D
Anaeroob a-lactische systeem

Slide 36 - Quiz

De 200 meter sprint wordt gelopen in 19.19 seconde. Deze inspanning is gelopen in het......
A
Anaeroob - lactisch systeem
B
Anaerobe - a-lactisch systeem
C
Aerobe systeem

Slide 37 - Quiz

Bij de 5 KM loop gebruik ik vooral:
Duurt lang voordat dit systeem op gang is
Levert afval op: Melkzuur
Fosfaat systeem

Anearobe systeem
Aerobe systeem
Loopt op de huidige voorraad ATP

Slide 38 - Question de remorquage

Tekst
Tekst
9.57 sec
12.32,95. min
 2:01.39 min 
10:10:10 uur

Slide 39 - Question de remorquage

Test 
Krachtuithoudingsvermogen

Benodigdheden: 
- 1 of 2 flesjes water. 

Probeer zo lang mogelijk het flesje water vast te houden met gestrekte arm ter hoogte van je schouder

Slide 40 - Diapositive

Huiswerk
Leren:
Prestatie bepalende factoren
Coordinatie
Lenigheid 
Uithoudingsvermogen
Energiesystemen

Slide 41 - Diapositive