Doel: ik weet wanneer ik woorden met een tussen -n- of -s- moet schrijven.
Slide 2 - Diapositive
Bespreek het doel van deze les. Wat gaan de leerlingen deze les oefenen/leren?
Bekijk het uitlegblad.
Slide 3 - Diapositive
Bekijk samen het uitlegblad. Klik op het oogje om het uitlegblad te openen. Daarna heb je de mogelijkheid om de afbeelding te vergroten (inzoomen). Zodra je het volgende oogje opent, sluit automatisch het huidige oogje dat open staat.
Hoor je tussen de twee woorden een -s-? Dan schrijf je die ook.
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Nu is het jouw beurt!
Slide 14 - Diapositive
Nu gaan de leerlingen een paar woorden in het meervoud zetten (zie volgende slides).
Hoe schrijf je de samenstelling?
station + plein
A
stationplein
B
stationsplein
Slide 15 - Quiz
Antwoord B: stationsplein.
Hoe schrijf je de samenstelling?
regering + verklaring
A
regeringsverklaring
B
regeringverklaring
Slide 16 - Quiz
Antwoord A: regeringsverklaring
Hoe schrijf je de samenstelling?
valentijn + dag
A
valentijndag
B
valentijnsdag
Slide 17 - Quiz
Antwoord B: valentijnsdag.
Hoe schrijf je de samenstelling?
mening + verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil
Slide 18 - Quiz
Antwoord B: meningsverschil
Ga aan de slag met de werkbladen die je krijgt!
Slide 19 - Diapositive
Deel hier de werkbladen uit indien je dat nog niet gedaan hebt.
Heb je de werkbladen nog niet in je bezit? Je kan de werkbladen per fase bestellen.
mail ons: info@defact-o.nl
Ben jij er klaar voor?
Je leerkracht daagt je uit om aan de slag te gaan met de opdrachten die bij deze les horen. Kan jij laten zien dat je het doel hebt behaald?
Blijven lachen, ik weet dat je dit kan, kom op!
Slide 20 - Diapositive
Op het lesblad vind je verschillende aanbevelingen voor (verwerkings-)opdrachten.
Heb ik het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃
Slide 21 - Sondage
Laat de leerlingen zichzelf inscoren, vinden zij dat ze het lesdoel behaald hebben? Je kan aan de hand van de scores een kort evaluatiegesprek voeren in de klas.
Ik beoordeel deze les met het cijfer (kies een cijfer van 1-10, waarbij 10 het hoogste is).
Slide 22 - Sondage
Laat de leerlingen de les beoordelen. Je kan eventueel nog vragen waar zij hun cijfer op baseren. Wat vonden ze goed/niet goed.