Spieren en spieraandoeningen

Spieren en spieraandoeningen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spieren en spieraandoeningen

Slide 1 - Diapositive

Wat ik deze les graag zou willen vragen of bespreken over spieren is.....

Slide 2 - Question ouverte

Wat is geen(!) functie van spieren?
A
Beweging
B
Warmteproductie
C
Tast / gevoel
D
Stevigheid geven

Slide 3 - Quiz

Functies van spieren
- Beweging mogelijk maken (botten of andere weefsels naar elkaar toe trekken)
- Beschermen van structuren en organen (bijv. darmen, bloedvaten, zenuwen)
- Houding en stevigheid (zorgen dat je rechtop kunt staan/zitten, hoofd overeind houden, ondersteuning gewrichten)
- Warmteproductie (bij spierbeweging komt warmte vrij)

Slide 4 - Diapositive

Wat zijn de bewegingsmogelijkheden van een spier?
A
Alleen trekken
B
Alleen duwen
C
Trekken en duwen
D
Trekken, duwen en draaien

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Welk type spieren kun je bewust aansturen?
A
Gladde spieren
B
Dwarsgestreepte spieren

Slide 7 - Quiz

Opdracht
Zoek informatie over gladde spieren en dwarsgestreepte spieren. 

Wat zijn de verschillen tussen deze soorten spieren?
Bijv:
- Plaats in het lichaam?
- Manier van aansturing?
- Eigenschappen van de spier?  (bijv. snelheid)
- ......

timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Boven-arm
Darmen
  Tong
Bloed-
vaten
Zenuwen
  Huid

Slide 9 - Question de remorquage

Welk orgaan heeft zijn eigen soort spiervezels?
A
Maag
B
Hart
C
Hersenen
D
Milt

Slide 10 - Quiz

Bij het samentrekken van spieren spelen 'actine' en 'myosine' een belangrijke rol.

Wat zijn 'actine' en 'myosine'?
A
Zenuwvezels vanuit het ruggenmerg
B
Eiwitten in de spier
C
Boodschapperstoffen (neurotransmitters) in de hersenen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Als spieren een antagonistische werking hebben dan.....
A
...geven ze vooral steun en stevigheid aan het lichaam.
B
....zorgen ze vooral voor flexibiliteit en beweeglijkheid.
C
...werken ze samen bij het maken van een beweging.
D
...zorgen ze voor tegengestelde bewegingen.

Slide 15 - Quiz

Opdracht
Je kent het vast wel, lekker fanatiek gesport of 
iets gedaan dat je normaal nooit doet en dan.....spierpijn!!

Heb je enig idee waardoor die pijn in de spieren komt? Probeer in twee- of drietallen zoveel mogelijk informatie hierover te vinden. 
timer
4:00

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Opdracht
Ook herkenbaar? Je moet een zware boodschappentas tillen. De eerste 20 seconden gaat dit prima, maar langzaam maar zeker merk je dat je kracht afneemt. 

Heb je enig idee waardoor je spieren moe worden? 
Probeer in twee- of drietallen zoveel mogelijk 
informatie hierover te vinden. 
timer
4:00

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Spiertonus
Een spier in rust is niet volledig slap, maar heeft een 'rustspanning'. Dit wordt de spiertonus genoemd. 

Spiertonus is belangrijk voor het behoud van onze lichaamshouding, zoals rechtop zitten en hoofdbalans. 

De spiertonus kan ook te hoog (hypertonie / spasme) of te laag (hypotonie) zijn. 

Slide 20 - Diapositive

Opdracht
Bedenk of zoek op: 
- Minimaal één aandoening waarbij hypotonie optreedt / kan optreden.
- Minimaal één aandoening waarbij hypertonie optreedt / kan optreden.


Zijn de ziekten die je gevonden hebt neurologische aandoeningen, musculaire aandoeningen of .......?

Slide 21 - Diapositive

Welke musculaire aandoeningen ken je?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Opdracht
De klas wordt verdeeld in drie groepjes. Ieder groepje krijgt één van onderstaande ziektebeelden. Zoek uit wat er misgaat in de spieren, wat de oorzaak hiervan is en wat de gevolgen zijn. 
1. Myositis
2. Myasthenia gravis
3. Duchenne spierdystrofie

Slide 24 - Diapositive

Wanneer je spieren weinig (kunt) gebruiken, worden ze dunner en neemt hun kracht af. Dit heet...
A
...spieratrofie
B
...spierhypertrofie
C
...spierdegeneratie
D
...spierhyperplasie

Slide 25 - Quiz