- Beweging mogelijk maken
(botten of andere weefsels naar elkaar toe trekken)- Beschermen van structuren en organen (bijv. darmen, bloedvaten, zenuwen)
- Houding en stevigheid (zorgen dat je rechtop kunt staan/zitten, hoofd overeind houden, ondersteuning gewrichten)
- Warmteproductie (bij spierbeweging komt warmte vrij)