H3 - lezen les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Lezen blok 3 - les 2

Programma

- Welkom

- Doelen

- Instructie

- Aan het werk

- Evaluatie

Doelen

Aan het einde van de les

- weet je het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten

- ken je de tekstverbanden opsomming en tegenstelling

- weet je welke signaalwoorden bij deze verbanden horen

- kun je deze verbanden aanwijzen in teksten

Instructie

2 tekstdoelen die te maken hebben met meningen:

- mening geven           schrijver laat meningen van anderen zien zonder eigen mening toe te voegen           objectieve tekst

- overtuigen           schrijver geeft zijn mening + zoveel mogelijk argumenten om zijn gelijk te laten zien            subjectieve tekst

Tekstverbanden

Zorgen voor een logische volgorde tussen zinnen en alinea's.

Welk verband                wordt aangegeven door signaalwoorden (moet je leren!) 

Tekstverbanden

Opsomming: er worden meerdere zaken achter elkaar genoemd. 

Signaalwoorden: en, daarnaast, bovendien, ook, nog, vervolgens, ten eerste..., ten tweede...

Ik kreeg voor mijn verjaardag een ring. Daarnaast kreeg ik een armbandje. Ook gaf mijn beste vriendin me een boek en kreeg ik van mijn ouders een kettinkje. 

Tekstverbanden

Tegenstelling: er worden tegenovergestelde zaken genoemd.

Signaalwoorden: maar, daarentegen, toch, enerzijds... anderzijds, echter, hoewel

Hoewel ik het eens ben met je standpunt heb ik wel twijfels.

Ik ben het niet volledig met je eens. Ik vind echter dat je wel enkele goede punten noemt. 

Oefenen

We lezen tekst 1 gezamenlijk en proberen de tekstverbanden opsomming en tegenstelling uit de alinea's te halen. 

Let op de signaalwoorden! 

Aan het werk

Wat?                    Opdr. 1 en 2 op blz. 153 - 157

Hoe?                    Zelfstandig, evt. met oortjes

Hulp?                  Vraag je duo of docent

Tijd?                     Ca. 20 minuten

Klaar?                  -

Uitkomst?         Nakijken 

Huiswerk?         -

Evaluatie

Aan het einde van de les

- weet je het verschil tussen objectieve en subjectieve teksten

- ken je de tekstverbanden opsomming en tegenstelling

- weet je welke signaalwoorden bij deze verbanden horen

- kun je deze verbanden aanwijzen in teksten