Mens & Gezondheid: Hoofdstuk 8

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Een maaltijd samenstellen

Mens & Gezondheid; Hoofdstuk 8

Regels tijdens de les

- Je hebt bij je: (1 x niet mee is een waarschuwing, de volgende keer mag je de les verlaten)

    - Pen

    - Werkboek

    - Chromebook

- Mobieltjes liggen in de kluis.

- Geen eten en drinken in het lokaal (flesje water mag wel)

- Geen jassen en/of tassen, deze horen in de kluis.

- Lange haren zijn in een staart/knot.

- Als je iets wil zeggen steek je je vinger op, niet door de klas heen roepen.

- Er wordt NIET tussen de bureaus doorgelopen, zonder goedkeuring van de lesgevend docent.

- Niet aan elkaar zitten op een ongewenste manier.

- Niet (elkaar verbaal uit-)schelden of non-verbaal ongewenst gedrag,

- Als je het lokaal wil verlaten, vraag dit eerst aan een docent.

- Als je niet actief meedoet in de les, krijg je eerst een waarschuwing, daarna mag je je gaan melden en het volgende lesuur weer terugkomen.

- Binnen een half uur na de start van de les en 15 minuten voor het einde van de les/pauze kan je niet naar het toilet.

Planning voor vandaag

- Doelen van de les

- Wat weet je al?

- Aan de slag met de opdrachten!

- Korte quiz

- Terugblik en vooruitblik

Doelen van de les

- Aan het einde van de les kan je meer vertellen over:

   - Duurzame voeding

   - Verspilling

   - Convenience food

   - Een maaltijd samenstellen voor een bepaalde doelgroep

Wat weet je al?
(duurzame voeding/
verspilling/ convenience food

TooGoodToGo

Schrijf de tips op die in het filmpje worden genoemd. 

Aan de slag met de opdrachten!

- Maak opdracht 8.01 en 8.02 (blz. 264 en 265)

- En opdracht 8.07 t/m 8.09 (blz. 271 en 272)

Je hebt hier 20 minuten de tijd voor.

Antwoorden 

8.2: a. December.

b. Mei tot en met oktober.

c. In België worden de courgettes in een verwarmde kas geteeld, in Spanje worden de courgettes in een onverwarmde kas geteeld.

Welke voedselafdruk heb jij?

Schrijf de uitslag van de test (voedselafdruk en waterafdruk) op een post-it en plak deze op het bord. 

Hoe vaak eet je vlees of vis per week?

1-2 x per week

3-4 keer per week

5-7 keer per week

Aan de slag met de opdrachten!

- Opdrachten 8.03 t/m 8.05 (blz. 266 t/m 269)

- Opdracht 8.10 (blz. 274)

- Praktijkopdracht 8.1 (blz. 78 en 79)

Je hebt hier 25 minuten de tijd voor.

Antwoorden

8.04: a. De vangst van andere vissoorten of dieren waarop niet bedoeld gevist wordt.

Bijvoorbeeld ondermaatse vissen, dit zijn de vissen die te klein zijn.

b. Dit is het verschijnsel dat te veel vis in een bepaald gebied gevangen wordt, wat leidt tot het verdwijnen van die vissoort in dat gebied.

c. Vis is goed voor de gezondheid. Visvetzuren zijn goed voor je hart en bloedvaten. Daarom is het advies 1 keer per week vis te eten. Bij voorkeur vette vis, zoals makreel, haring, sardines of zalm.

Antwoorden

8.05: Milieuscore: Hoeveelheid energie en grondstoffen die men gebruikt.

Kweekvis: Vis die gekweekt wordt b.v. zalm, forel.

Wilde vis: Vis die niet gekweekt is.

Dioxines: Dioxines en dioxine-achtige polychloorbifenylen (DL-PCB’s) zijn stoffen met kankerverwekkende eigenschappen. Ze ontstaan vooral bij verbrandingsprocessen.

Verontreiniging: Stoffen die zorgen voor de vervuiling van de leefomgeving.

Inclusief: Met inbegrip van.

Vetzuren: Omega 3-vetzuren zijn meervoudig onverzadigde vetzuren. De bekendste zijn alfa-linoleenzuur (ALA) en de visvetzuren eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA).

Lozingen: Afvalstoffen van bedrijven die in de natuur zoals rivieren terechtkomen.

Aquacultuur: Het kweken van vis schaal en schelpdieren.

Vis consumptie: Het eten van vis.

Antwoorden

c. Ondanks dat vis vervuild kan zijn"vis is zo gezond", dat het risico op verontreiniging in verhouding zeer klein is.

e. Makreel, zalm, haring, sardines.

8.06: a. Buitenbeentjes zijn groente en fruit die er anders uitzien dan we in Nederland gewend zijn.

c. Veel groente en fruit dat niet in de winkel komt, wordt verwerkt tot veevoer of vernietigd.

Ik vind het belangrijk dat groente een normale vorm heeft, dus geen buitenbeentje is.

Ja

Nee

Noem 2 voordelen van convenience food.

Noem 2 nadelen van convenience food.

Aan de slag met de opdrachten!

- Opdracht 8.11 t/m 8.14

- Praktijkopdracht 8.2 in tweetallen (inleveren in Classroom)

Je hebt hier 35 minuten de tijd voor.

Antwoorden

8.11: a. Dit is omschreven en ligt vast in de warenwet.

b. Weerstand verhogend en goed voor de botten en tanden.

8.12: Vanaf 6 maanden naast de borstvoeding.

8.13: a. - Koolhydraten. - Eiwitten. - Vocht.

b. Hier zitten veel extra calorieën in.

c. Je lichaam wordt tijdens het sporten warmer, je transpireert meer en je verliest vocht

8.14: a. Smaak: bijvoorbeeld room of verse kruiden toevoegen.

Presentatie: Garneren met verse kruiden.

b. Smaak: bijvoorbeeld honing toevoegen.

Presentatie: bijvoorbeeld garneren met blauwe bessen of frambozen.

Aan de slag met de opdrachten!

- Opdracht 8.15 t/m 8.17

- Bedenk per tweetal 1 quizvraag over dit hoofdstuk. Schrijf deze op een post-it en lever in bij de docent.

Je hebt hier 20-25 minuten de tijd voor.

Antwoorden

8.15:  Ontbijt --> Bijvoorbeeld: Yoghurt met granola, honing en vers fruit.

Lunch --> Houd rekening met de juiste verhoudingen tussen koolhydraten, vetten en eiwitten.

Voorbeeld: aardappelomelet met rauwkost.

Diner --> Pitaboodjes met falafel.

8.17: a. De tweede rij is juist.                                                                                    c. Vitamine K

b. 

Quiz!

De docent doet ook mee. Als die meer dan 5 vragen fout heeft, gaat deze trakteren de volgende les!

Waar heb ik vandaag meer over geleerd?

Doelen van de les

- Aan het einde van de les kan je meer vertellen over:

   - Duurzame voeding

   - Verspilling

   - Convenience food

   - Een maaltijd samenstellen voor een bepaalde doelgroep

Afsluiting

- Zorg dat je praktijkopdracht 8.2 hebt ingeleverd via classroom.

- Morgen gaan jullie starten met hoofdstuk 10!