Scheikunde mavo3 H3.3 Bezinken en filtreren

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Scheikunde mavo3

Hoofdstuk 3.3

Bezinken en filtreren

Herhaling

3 Soorten vloeistofmensels: Emulsie, suspensie en oplossing

Homogeen mengsel en Hetrogeenmengsel

Filter

• Mondkapjes houdt grote druppels met virusdeeltjes tegen
• Mondkapjes houden geen fijn verdeelde virus deeltjes tegen die in de lucht zweven (aerosolen)

SMOG

= rook en mist

door fijnstof (roet en stofdeeltjes), ozon en NOx

In steeds meer grote steden mogen vrachtwagens en oude dieselauto's zonder roetfilter daarom de binnenstad  niet meer in

Bijkomend milieu-probleem: SMOG

Het roetfilter in de uitlaat van dieselauto's vangt de meeste roetdeeltjes op

Huiswerk H3.3

Maken opdracht 1 t/m 7

blz. 155 e.v.

Welke twee scheiding methoden kun je gebruiken om een suspensie te scheiden?

1. Adsorberen en Bezinken
2. Bezinken en adsorberen
3. Filtreren en adsorberen
4. Bezinken en filtreren

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt om de grove vaste deeltjes nauwkeurig te verwijderen?

1. Filtreren
2. Destilleren
3. Indampen
4. Bezinken

Welke scheidingsmethode wordt gebruikt bij het laten zakken van grove deeltjes?

1. Filtreren.
2. Destilleren.
3. Indampen.
4. Bezinken.

Bij een suspensie kun je de vaste stof eruit halen door

1. bezinken of filtreren.
2. een emulgator.
3. een magneet.
4. te roeren.

Op welke stofeigenschap berust filtreren?

1. Fase
2. Deeltjesgrootte
3. Dichtheid
4. Troebelheid

Welke scheidingsmethode is hiernaast afgebeeld?

1. Filtreren.
2. Bezinken.

Kun je een oplossing als zeewater scheiden door filtreren?

1. ja
2. nee

Als men stenen en meel wil scheiden, gebruik ik de scheidingsmethode...

1. Bezinken
2. Zeven
3. Filtreren
4. Centrifugeren

De scheidingsmethode die je toepast als je grond en vuiligheid van de suikerbiet af wilt wassen.

1. indampen
2. extraheren
3. filtreren
4. destilleren

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?

1. bezinksel
2. residu
3. filtraat
4. extract

Bij welke scheidingsmethode wordt er gebruik gemaakt van verschil in dichtheid?

1. Filtreren
2. Extraheren
3. Bezinken
4. Destilleren

Waar staat de juiste omschrijving

1. A = filter B= filtraat C = residu
2. A = filtraat B = filter C = residu
3. A = filter B = residu C = filtraat
4. A = filtraat B = residu C = filter

Bij filtreren vang je het

1. residu op in het filter
2. residu op in de reageerbuis
3. filtraat op in het filter
4. het filtraat op in de reageerbuis

Hoe noem je de bestanddeel dat door een filter heen loopt?

1. Residu
2. Oplosmiddel
3. Filtraat
4. Destillaat

Als je na bezinken de bovenstaande vloeistof wilt scheiden van de neergeslagen vaste stof moet je

1. filtreren.
2. schudden.
3. afschenken.
4. oplossen.