18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit 6V 2324 kl/ll

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Nectar 18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Nectar 18.1 Van polypeptideketen tot een werkzaam eiwit

Slide 1 - Diapositive

Doel en begrippen 18.1
-Je kunt beschrijven op welke manier een cel van een of meer polypeptideketens een werkzaam eiwit maakt; 

werking Golgi-systeem, primaire-, secundaire-, tertiaire-, quaternaire structuren.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Zet de organellen in de juiste volgorde van eiwitsynthese
A
Ribosoom - Celkern - Golgi - ER
B
ER - Golgi - Vacuole - Celkern
C
Celkern- Golgi - ER - Ribosoom
D
Celkern - Ribosoom - ER - Golgi

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Van Ribosoom naar ER: bron 1
Vertel in tweetallen om de beurt wat er gebeurt in een volgend plaatje.
Geen leerstof, wel oefening figuur lezen.

Slide 8 - Diapositive

Polypeptide -> ER
1. Elke polypeptidestreng begint met een signaalpeptide (adreslabel)

Slide 9 - Diapositive

Polypeptide -> ER
2. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het adreslabel en stopt tijdelijk de translatie

Slide 10 - Diapositive

Polypeptide -> ER
3. SignaalHerkenningsMolecuul (SHM) bindt aan het SHM-receptoreiwit in het membraan van het ER


Slide 11 - Diapositive

Polypeptide -> ER
4. Ribosoom bindt aan ribosoomreceptor op het ER, boven een eiwitpoort



Slide 12 - Diapositive

Polypeptide -> ER
5. Met behulp van energie uit GTP molecuul (GTP -> GDP + P) koppelt SMH los




Slide 13 - Diapositive

Polypeptide -> ER
6. Enzym verwijdert signaalpeptide van de polypeptideketen





Slide 14 - Diapositive

Polypeptide -> ER
7. Translatie gaat verder en polypeptideketen groeit nu ín het ER





Slide 15 - Diapositive

Polypeptide -> ER
8. Als de translatie stopt koppelt het ribosoom los en zit de polypeptide los in het ER.





Slide 16 - Diapositive

Polypeptide -> ER
9. In het ER wordt de polypeptideketen gevouwen tot een eiwit (3D structuur) en worden eventueel moleculen (suikers) toegevoegd





Slide 17 - Diapositive

Polypeptide -> ER
10. Door afstulping van het ER membraan ontstaan transportblaasjes richting het Golgisysteem





Slide 18 - Diapositive

                                              Golgi
Wat is de functie?

zie bron 2 en lessonup ll

Slide 19 - Diapositive

                                              Golgi
1. In het Golgisysteem wordt het eiwit helemaal afgemaakt, bijvoorbeeld:
Toevoeging fosfaatgroepen
Wijzigen suikergroepen
Koppelen ketens tot een groter eiwit
3D structuur





  

Slide 20 - Diapositive

                                              Golgi
2. Eiwit wordt ingepakt in een blaasje voor de definitieve bestemming (ook op basis van adreslabels).






  

Slide 21 - Diapositive

                                              Golgi
a. Eiwit is bedoeld voor buiten de cel: exocytose van de inhoud van een transportblaasje .







  

Slide 22 - Diapositive

                                              Golgi
b. Eiwit is bedoeld voor celmembraan: eiwit wordt ingebouwd in de membraan van het transportblaasje, na fusie van het transportblaasje met de celmembraan zitten de eiwitten in de celmembraan.








  

Slide 23 - Diapositive

                                              Golgi
c. Voor sommige eiwitten is de exocytose gereguleerd. Dit gebeurt dan alleen als een signaaleiwit is gebonden aan een receptor.









  

Slide 24 - Diapositive

d. Sommige eiwitten hebben een functie om spullen af te breken in andere blaasjes of om oude organellen af te breken. Dan worden de transportblaasjes lysosomen genoemd. De afvalstoffen worden dmv exocytose uit de cel gebracht.










  

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Welke binding(en) kan een peptidase verbreken?
A
alleen 3
B
alleen 1 en 4
C
alleen 2 en 5
D
1, 2, 3, 4 en 5

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Opdracht
Ga nu naar de lessonup 18.1 en maak de tussenliggende (eenvoudige verwerkings)vragen

Bestudeer 18.1 en maak 18.1

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Waardoor wordt de ruimtelijke structuur van een eiwit in stand gehouden?
A
door hydrolyse en condensatie reacties
B
door H- en S- bruggen
C
alfa helix en beta sheets
D
peptide bindingen

Slide 39 - Quiz

De structuur van eiwitten
bijvoorbeeld het vormen van zwavelbruggen tussen verschillende aminozuren
De aminozuurvolgorde
Verschillende polypeptideketens die een eiwit vormen
door waterstofbruggen kun alphahelixen en bètaplaatsen ontstaan.
Primaire structuur
Secundaire structuur
Tertaire structuur
Quarternaire structuur

Slide 40 - Question de remorquage

Myoglobine bindt zuurstof in spierweefsel. Is in de afbeelding sprake van de primaire, secundaire, tertiaire of quarternaire structuur

Slide 41 - Question ouverte

Door een puntmutatie verandert een stukje DNA van GTAAAAATT in GTAACAATT. Heeft dit gevolgen voor de tertiaire structuur? Leg je antwoord uit. Tabel 71 G en 67 C!

Slide 42 - Question ouverte

Welke vraag heb je voor de (volgende) les?

Slide 43 - Question ouverte