20-21 / H6 - Derving

.
.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
RetailMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

.
.

Slide 1 - Diapositive

Derving

Slide 2 - Diapositive

Wat is derving?

Slide 3 - Carte mentale

Derving
Derving is verlies van omzet, omdat artikelen niet verkocht kunnen worden. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Welke vorm van derving zag je in dit filmpje?

Slide 6 - Question ouverte

Vraag
Welke vormen van derving ken je nog meer?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Diapositive

Noem een voorbeeld van niet-geregistreerde derving.

Slide 10 - Question ouverte

Geregistreerde derving
  • Derving die vastgelegd wordt. 
  • Bijv. goederen die stuk zijn gegaan (omdat
      ze zijn gevallen) op een dervingsformulier
      zetten. Deze goederen schrijf je af.
  • Artikel kapot --> registreren.
  • Als je derving registreert voorkom je nee-
      verkoop.

Niet-geregistreerde derving
  • De oorzaak van derving is onbekend en
      daardoor niet-geregistreerd.
  • Bijv. goederen kunnen gestolen zijn.
  • Bijv. goederen kunnen ontbreken omdat ze
      op de verkeerde plek zijn teruggelegd.
  • Bijv. omdat goederen niet geleverd zijn en
      bij binnenkomst van de goederen niet
      goed gecontroleerd of geregistreerd zijn.

Slide 11 - Diapositive

Geef een voorbeeld van niet-criminele derving.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Tijdens welke werkzaamhedenin een winkel zou er derving kunnen plaatsvinden?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat doe jij bij jouw stagebedrijf
om winkeldiefstal te voorkomen?

Slide 17 - Carte mentale

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welke soorten derving zijn er?
A
geregistreerde en niet-geregistreerde derving
B
criminele derving
C
niet-criminele derving
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 21 - Quiz

Niet-criminele derving ontstaat door.....
A
diefstal, fraude en inbraak
B
opzettelijke fouten
C
administratieve -, controle-, onopzettelijke fouten

Slide 22 - Quiz

Waarom zou je een klant begroeten als hij/zij in de winkel komt?
A
Omdat een klant anders de winkel weer verlaat als je dit niet doet.
B
Omdat dit een plicht is.
C
Om diefstal te voorkomen.

Slide 23 - Quiz