H3 Beeldspraak h1, h2, h3, h4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

LEZEN

Beeldspraak hoofdstuk 2

Hyperbool = overdrijven

Understatement = afgezwakt

Eufemisme = zacht, tactvol uitgedrukt

"Whoeaah, ik ging helemaal stuk!"

"Whoeaahh, ik ga helemaal stuk!"

"Whoeaah, ik ging helemaal stuk!"

"Whoeaahh, ik ga helemaal stuk!"

Figuurlijk bedoeld

Overdrijven

Hyperbool

"Van de winst heeft hij een aardig optrekje gekocht."

"Van de winst heeft hij een aardig optrekje gekocht."

Afgezwakt

Understatement

Gezocht: 

volslank model

Gezocht: 

volslank model

Mollig/Dik

tactvol uitgedrukt

Eufemisme

Welke vorm van beeldspraak is hier gebruikt?

Welke vorm van beeldspraak is hier gebruikt?

Welkom H3C

Lezen

Toetsstof

Instructie beeldspraak

LEZEN

Toetsstof

• lezen H3 en H4  
• Woorden woordenschat H3  en H4 
• pleonasme, tautologie, metoniem, metafoor. 
• alle woordsoorten

Beeldspraak hoofdstuk 3

Metafoor = Zij heeft echt een gat in haar hand 

(beeldspraak heeft geen directe relatie met het object)

Metoniem = de mensen willen meer blauw op straat (beeldspraak heeft wel een directe relatie)

Voorbeelden van metaforen:

De koning van de wildernis liep op zijn gemak over de savane.

Hij is nogal zuinig op zijn heilige koe.

'Man, man, man, wat een ezel ben jij toch!'

'Wat een wolk van een baby!'

Voorbeelden van een metoniem

Oranje wint voor de derde keer op rij!

'Wijnen, wijnen, wijnen!'

En weer hebben ze goud gewonnen!

'Heb je die laatste van Tarentino gezien?'

Noteer: beeldspraak - vorm - betekenis.

'Ik heb echt een hekel aan die heks van Nederlands!'

'Ik zou wel een glaasje lusten!'

Hé badmuts, geef die bal eens naar voren!'

'Ik trek vandaag mijn Nikes aan.'

Pleonasme

dubbelop

Beeldspraak hoofdstuk 4

Pleonasme = overbodige toevoeging (van meestal bijv.nw)

Harde steen

Tautologie = twee woorden met gelijke betekenis (synoniemen)

boos en verdrietig, enkel en alleen

Witte sneeuw

Ronde cirkel

In Amsterdam staan de huizen schots en scheef.

Het is een en al pracht en praal.

Pleonasme of tautologie?

Misschien dat we wellicht met de auto gaan?

Hij ging even liggen in het groene gras.

Het was natuurlijk vanzelfsprekend dat hij de gele boterbloemen aan zijn vriendin gaf.

Aan de slag!

Oefeningen met metoniemen: blz. 88/89 : 1+2

Oefeningen met pleonase en tautologie: blz. 120/121 : 1+2

Oefenen leesvaardigheid H4: lees goed de theorie over feitelijke en waarderende argumenten en maak opdracht 3 of 4.