Havo 2 - Lezen H12- Les 4

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

Slide 1 - Diapositive

- Stillezen
- Lezen H2 en 3

Doel: 
- Je weet wat je wanneer moet leren/ kunnen.
- Je kent de signaalwoorden en je kunt ze koppelen aan tekstverbanden




Vandaag in de les:

Slide 2 - Diapositive

Stillezen
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Niet alles in een tekst is even belangrijk.
De dingen die je niet kunt missen, zijn de hoofdzaken.
Extra informatie - die wel praktisch is, maar niet noodzakelijk - noem je bijzaken.

Need to know vs. nice te know

Belangrijkste zin in een alinea = kernzin
Vaak eerste of laatste zin van de alinea. 
Lezen H1 - hoofdzaken en bijzaken

Slide 4 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden.

Je gaat zo naar Lesson Up, en logt in met je eigen naam. (geen nickname o.i.d. )

Lezen H2 en H3

Slide 5 - Diapositive

Wat is een tekstverband ook al weer?

Slide 6 - Question ouverte

Concluderend tekstverband
Redengevend tekstverband
Oorzakelijk verband
Dus
Daarom
Dat houdt in
Omdat
daardoor
want
Doordat
het gevolg is
dankzij

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe omschrijf je een redengevend verband het beste?
A
Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
B
Dit verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
C
Dit doet iemand heel bewust
D
Dit gebeurt buiten iemands wil

Slide 8 - Quiz

Hoe omschrijf je een oorzakelijk verband het beste?
A
Dit verband geeft aan waardoor iets gebeurt.
B
Dit verband geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.
C
Dit doet iemand heel bewust
D
Dit gebeurt buiten iemands wil

Slide 9 - Quiz

Wat:  lezen H2 en 3 - H2: (startopdracht), opdr. 1 en 2
                                        H3: startopdracht, opdr. 1, 2 en 3
           Je kent de tekstverb.  en signaalw. H2 en 3
Wanneer: Deze les en vrijdag.
Waar moet je op letten: 
Werk heel netjes en raffel het niet af - leer jezelf aan om complete antwoorden te geven. 
Aan de slag:

Slide 10 - Diapositive

Terugkoppeling:
Noem drie signaalwoorden van een concluderend verband.

Slide 11 - Question ouverte