Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Welkom
- Ga rustig zitten
- Werkboek en etui op tafel.
- Pak je leesboek en ga rustig lezen
timer
12:00
Slide 1 - Diapositive
Vandaag
- Huiswerk bespreken
- Start verslag schrijven
Slide 2 - Diapositive
1.4 Huiswerk bespreken
Opdracht 8 t/m 12 blz. 29 en 32 (niet 11)
timer
10:00
Slide 3 - Diapositive
1.4 Schrijven en formuleren - blz. 43
In deze paragraaf leer je:
een verslag schrijven
signaalwoorden gebruiken
Slide 4 - Diapositive
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
Een verslag is een beschrijving van iets dat je gezien, meegemaakt, onderzocht of gelezen hebt. Voorbeelden zijn een stageverslag, een practicum- of onderzoeksverslag, een boekverslag, een verslag van een sportwedstrijd.
Gebruik bij het schrijven van een verslag de 5W1H-vragen. Bijvoorbeeld:
Waarom heb ik het verslag geschreven?
Wat heb ik onderzocht? Wat is de conclusie?
Hoe heb ik het practicum uitgevoerd?
Waar heb ik stage gelopen?
Wie heb ik gesproken?
Wanneer is het allemaal gebeurd?
Slide 5 - Diapositive
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
Kijk allemaal naar het volgende filmpje.
Maak aantekeningen.
Daarna maak je een kort verslag, ongeveer 10 zinnen. (dit mag in Word)
Gebruik daarbij de 5W1H vragen.
Slide 6 - Diapositive
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
https://www.youtube.com/watch?v=fSUMt5NpBpk
Slide 7 - Diapositive
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
Werk je aantekening uit in een kort verslag. (dit mag in Word)
Slide 8 - Diapositive
1.3 Lezen - Opbouw alinea en Kernzin blz. 29
Elke wat langere tekst is opgebouwd uit alinea’s. In een goed opgebouwde alinea staat bijna altijd een kernzin. Die geeft aan waar de alinea over gaat of noemt de belangrijkste informatie. De rest van de alinea is een uitleg of een uitwerking van de kernzin.
Soms is de kernzin als vraag geformuleerd.
In veel alinea’s is de kernzin de eerste zin, daarna volgt de toelichting. Maar de kernzin kan ook op een andere plaats staan, bijvoorbeeld als de alinea begint met een inleidende zin.
Bijvoorbeeld: Er zijn ook nog andere oplossingen. De beste oplossing is dat de twee partijen een bemiddelaar aanwijzen.
Twijfel je wat de kernzin is, ga dan na welke zin in de alinea wordt toegelicht.
Slide 9 - Diapositive
1.4 Een verslag schrijven - blz. 43
Kijk allemaal naar het volgende filmpje.
Maak aantekeningen.
Daarna maak je een kort verslag, ongeveer 10 zinnen.
Gebruik daarbij de 5W1H vragen.
Slide 10 - Diapositive
1.3 Lezen - Kijk eens naar deze voorbeeld alinea
Er zijn ook nog andere oplossingen. De beste oplossing is dat de twee partijen een bemiddelaar aanwijzen. Hiervoor zijn de twee leiders van de partijen in gesprek. Dit zal niet eenvoudig zijn, aangezien de partijen lijnrecht tegenover elkaar staan. Zo is men het oneens over de inhoud van de onderwerpen, wie daar verantwoordelijk voor is en hoeveel geld men wil uitgeven.
bijvoorbeeld, een voorbeeld hiervan, zo, zoals, ter illustratie
reden
want, omdat, daarom, vanwege, immers, natuurlijk
conclusie
kortom, dus, dan ook
Slide 13 - Diapositive
1.3 Lezen - manieren van lezen blz. 26
Je hebt deze manieren van lezen geleerd:
- Verkennend lezen: een tekst bekijken om een eerste indruk te krijgen. Lees behalve titel en deeltitels, eerste en laatste alinea, ook de eerste zin van alle alinea’s tussen inleiding en slot.
- Nauwkeurig lezen: een tekst helemaal lezen om hem te begrijpen.
- Zoekend lezen: in een tekst zoeken naar het antwoord op een vraag.
- Studerend lezen: een tekst lezen om de informatie te onthouden.