Vmbo les 6 week 43 kpe Trabitour

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hallo Deutschland Kapitel eins vmbo 1 les 6

Was machen wir heute?

  1. Hausaufgaben controllieren

2. Haben und sein wiedeholen

3. Lesen

4. Sprechen

Das Ziel:

We herhalen de grammatica voor het proefwerk, je kunt vragen maken aan de hand van een leestekst. Je kunt een gesprekje voeren met je buurman of buurvouw

  

 

.

SO

Inhaal/herkansmoment SO Kapitel 1 Wörterliste A und B

Fragewörter.

Als je niet meedoet met het SO ga je naar Duitsleren.org/lezen

zoek aan de linkerkant naar een tekst waar A1 achter staat. 

Ga nu zelfstandig aan de slag met de teksten

Als afwisseling kun je de Woordenlijsten D, F en G oefenen met slim stampen 

Hausaufgaben 18 + 19 + 21

.Aufgabe 18: Klassensprache

eigen antwoord

Aufgabe 19: Schreibecke

1. Mein Spitzname ist

2. Ich habe

3. Mein Hobby ist

4. Am liebsten höre ich

5. Mein Lieblingsfilm ist

6. Echt toll finde ich

Aufgabe 21: Sehen

A Voorbeeldantwoord: 

1. Berlijn 2. voetbal  3. braadworst 

B . 1. Alle Autobahnen in Deutschland zusammengerechnet 

2. Der höchste Berg Deutschlands.

3. 8,5 Mal.

4. in den USA

5. Radfahren

6. Sorten Mineralwasser

7. Wäldern

Hausaufgaben 23

Aufgabe 23: Wörter

die Schweiz – Zwitserland

blöd – stom

nett – aardig

toll - leuk

Österreich - Oostenrijk

schicken – sturen

groß - groot

Deutsch – Duits

Übung 25 Lesen  Seite 30

1. Schau dir das Bild an

2. Lies den Titel

3. Lies die Fragen

4. Lies den Text

5. Beantworte die Fragen

Übung 26 en 27 Seite 31

Welke woorden horen samen?

Gebruik Wörterliste D & F in de Lernecke, Seite 38

Werken met het woorden boek

Je krijgt een woordenboek we maken samen opdracht 27

Plauderecke

Lees mee met de Plauderecke op pagina 40 

Daarna maken we samen opdracht 29, 30 en 31

Voor de proefwerkweek moet je antwoord kunnen geven op de vragen uit de Plauderecke

Wiederholung Grammatik haben en sein

Twee belangrijke werkwoorden die onregelmatig zijn dus....

uit je hoofd leren.

Net als in het Nederlands, hebben en zijn. 

Belangrijk is dat je de persoonlijke voornaamwoorden kent

ich du er sie es wir ihr sie Sie

Wiederholung Grammatik Fragewörter

Vraagwoorden beginnen altijd met een w en staan aan het begin van een zin

wo  waar

was    wat

wer    wie

wie   hoe

warum waarom

woher waar....vandaan

Hausaufgaben 

Machen:  25 + 26 + 27 + 29 + 

                     30 + 31

 Lernen: 

Wörterliste D und F + haben und sein 

In classroom vind je een link om te oefenen met de Fragewörter

Wiedeholen

Ga naar pagina 168 

maak opdracht 1 t/m 3.

Fertig? Slim stampen in de online omgeving met alle Wörterliste  

Wiederholen Grammatik Übungen online!