Lezen H5, les 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom!

Lezen H5: Mening, argument en conclusie

Kort filmpje van Nieuw Nederlands met uitleg over mening, argument en conclusie. 

Zijn er nog vragen over het huiswerk? 

(opdracht 1, blz. 117)

De antwoorden stuur ik jullie aan het einde van de dag.

Aan de slag!

• Samen maken we opdracht 2, blz. 118.

• Opdracht 4 maken we ook gezamenlijk.

Huiswerk woensdag 7-4: opdr. 2 en 4 (blz. 118 t/m 121). 

1. Op welke vraag geeft de tekst vooral antwoord?

1. Wat is nepnieuws en hoe herken je dat?
2. Wat is nepnieuws en wie verspreidt dat?
3. Wat is nieuws en hoe verspreid je dat?
4. Wat is nieuws en wie verspreidt dat?

2. 'Bij andere online bronnen en op social media is dat anders.' Wat is er precies anders?

Dit is de eerste zin van alinea 2. 

Wat staat er in de alinea daarvoor?

3. Wat is het verband tussen alinea 1 en 2?

1. Alinea 1 en 2 vormen een tegenstelling.
2. Alinea 1 en 2 vormen samen een opsomming.
3. Alinea 2 geeft een uitleg bij alinea 1.
4. Alinea 2 geeft een voorbeeld bij alinea 1.

4. Op welke vraag geeft alinea 2 antwoord?

5. De eerste zinnen van alinea 3 en 4 zijn de belangrijkste zinnen. Wat is de functie van de rest van beide alinea's? De rest van de alinea's ...

1. geeft een argument.
2. geeft een bewijs.
3. geeft een conclusie.
4. geeft een uitleg.

6. Waardoor heeft nepnieuws tegenwoordig veel meer invloed op lezers dan vroeger?

We lezen alinea 4, want daarin staat:

'Nepnieuws, oftewel foute informatie, is niet iets van alleen maar de eenentwintigste eeuw, maar in feite zo oud als de mensheid zelf.'

7. Waardoor is nepnieuws vaak moeilijk van juist nieuws te onderscheiden?

1. doordat mensen hun brein niet zomaar van de ene op de andere dag kunnen veranderen.
2. doordat mensen vaak de neiging hebben te geloven wat ze lezen of horen.
3. doordat nepnieuws en echt nieuws op dezelfde manier worden gepresenteerd.

8. Welke signaalwoorden voor een opsomming staan in alinea 5?

9. Wat wordt er opgesomd?

• Let er bij zulke vragen op, dat je niet de dingen gaat noemen die opgesomd in de tekst staan. Het is de bedoeling dat je deze dingen als het ware samenvat.

Bijvoorbeeld: 

In de keuken gebruik je een schaar, een pollepel, verschillende pannen en een afwasborstel. 

Dit is een opsomming van keukenartikelen. 

10. 'Wat kun je wel doen?' Verbeter deze vraag, zodat duidelijker is waarom antwoord wordt gegeven in de opsomming die volgt.

11. Welke zinnen zou je opnemen in een samenvatting van de tekst?