Lezen H4: feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Op maandag hebben we het zesde uur het vak Nederlands.

1. feit
2. mening
3. argument

Waarom is dit een feit?

Nederlands is het leukste vak op school.

1. feit
2. mening

Waarom is dit een mening?

Frozen is een kinderachtige film.

1. feit
2. mening
3. argument

De lokalen in deze school zijn rood.

1. feit
2. mening
3. argument

Omdat de lokalen te klein zijn.

1. feit
2. mening
3. argument

De lokalen in deze school zijn groot.

1. feit
2. mening
3. argument

Wat gaan we doen? 

feiten, meningen & argumenten

• Nieuwe theorie
• Zelfstandig werken

Schrijf op wat je weet over feiten, meningen en argumenten.

Feit

- Iets waarvan je kunt controleren of het waar of onwaar is.

'Op maandag hebben we het zesde uur het vak Nederlands.'

--> je kunt dit controleren in je lesrooster.

Mening/ standpunt

-Iets wat iemand/de schrijver vindt.

- (In een tekst) te herkennen aan signaalwoorden: ik vind, volgens mij, lijkt mij, etc.

'Dierentuinen moeten verboden worden.'

Argument

- Iemand gebruikt een argument om te zeggen waaróm hij een bepaalde mening heeft.

- Te herkennen aan signaalwoorden: want, omdat, namelijk en immers.

'. . . omdat ik het zielig vind voor de dieren.'

'. . . want dieren leven hier in gevangenschap.'

Bekijk de afbeelding.

Beschrijf het uiterlijk van de man zonder je mening te geven.

Hij heeft een breed (voor)hoofd en geen nek, zijn ribben zijn duidelijk zichtbaar, zijn oren lijken ingegroeid te zijn.

Noem twee redenen waarom je er niet zoals deze persoon zou willen uitzien.

Ik vind hem lelijk; ik vind hem er anders dan normale mensen uitzien; hij lijkt mij ziek.

Lees de tekst

Als je een tekst gaat lezen? Hoe pak je dat aan?

Noem twee redenen waarom het wel voordelen heeft er zo uit te zien.

Hij kan door zijn bouw een botsing makkelijk overleven. En door het ontbreken van een nek, kun je geen whiplash meer krijgen.

Is jouw mening over Graham veranderd door de informatie uit de tekst? Begin je antwoord met: Ik vind Graham de botsmens …

Zelf aan de slag!

Maak opdracht 1 en 2 op blz. 103.