Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
rekenen oefenen voor 1F
Slide 1 - Diapositive
opdracht 1
Antonio fietst met zijn vader naar zijn Opa in Italië. De afstand is 1800 km. Elke dag fietsen ze 75 km. Hoeveel dagen doen Antonio en zijn vader over de fietstocht naar Italië?
a. 18 dagen
b. 20 dagen
c. 22 dagen
d. 24 dagen
Slide 2 - Diapositive
opdracht 2
7,7 + 3,07 =
a. 10,14
b. 10,77
c. 10,707
d. 11,40
Slide 3 - Diapositive
opdracht 3
In een groentewinkel staat een grote mand met appels. In totaal weegt de mand 39,78 kilo. Elke appel weegt 0,19 kilo. Hoeveel appels zitten er ongeveer in de mand?
a. 50
b. 100
c. 150
d. 200
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel cl water zit er
in deze maatbeker?
a. 1,20
b. 12,00
c. 102
d. 120
Slide 5 - Diapositive
In een doosje lego zitten 10 steentjes. Karas heeft 5 doosjes. Hoeveel lego steentjes heeft hij?
Slide 6 - Question ouverte
Juf bakt koekjes. Om 3 uur gaan ze in de oven. Om 4 uur zijn ze klaar. Hoe lang moesten de koekjes in de oven?
A
4 uur
B
3 uur
C
2 uur
D
1 uur
Slide 7 - Quiz
Arisa vraagt 15 kinderen op haar feest. 5 kunnen er niet. Hoeveel komen er nog?
Slide 8 - Question ouverte
Mo heeft al 15 euro gespaard? Hoeveel procent van het bedrag heeft Mo al gespaard?