Examen Financieel Management MTL3Av voorbereiding Kostenposten bedrijven

Examen Financieel Management
MTL3Av
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Examen Financieel Management
MTL3Av

Slide 1 - Diapositive

Kostenposten bedrijven
  • Kostenposten voor bedrijven
  • Kan kostenposten van een bedrijf berekenen aan de hand van gegevens.
  • Kan afschrijvingen berekenen op basis van lineair afschrijven en op basis van een vast percentage van de boekwaarde.
  • Kan bepalen of kosten directe of indirecte kosten zijn voor een bedrijf.
  • Kan bepalen of kosten vaste of variabele kosten zijn voor een bedrijf.
  • Kan aangeven hoe variabele kosten zich ontwikkelen binnen een bedrijf (progressief, degressief, proportioneel).

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

complementaire kosten zijn kosten:
A
die onvermijdbaar gemaakt worden om een machine de gewenste prestaties te laten leveren
B
van bijvoorbeeld energie, arbeid en onderhoud
C
zijn kosten die dalen als de productie daalt

Slide 17 - Quiz

proportioneel variabele kosten
degressief variabele kosten
progressief variabele kosten

Slide 18 - Question de remorquage

Geef een voorbeeld van progressief variabele kosten

Slide 19 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van degressief variabele kosten

Slide 20 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van proportioneel variabele kosten

Slide 21 - Question ouverte

Noem 5 jaarlijks terugkerende kostenposten voor een zelfstandige rijder met eigen wagen

Slide 22 - Question ouverte

Kosten van een duurzaam productiemiddel:
  • afschrijving
  • rente
  • complementaire kosten

Slide 23 - Diapositive

Wat is een kenmerk van constante kosten?
Constante kosten ...
A
Veranderen niet
B
Zijn goed voorspelbaar en dus goed te budgetteren
C
Zijn onafhankelijk van de afzet

Slide 24 - Quiz

welke kosten zijn constante kosten
A
jaarlijkse aflossing
B
jaarlijkse rente
C
materiaalkosten

Slide 25 - Quiz

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 26 - Quiz

Bij afschrijven met de lineaire methode ….
A
Nemen de afschrijvingskosten jaarlijks af.
B
Nemen de afschrijvingskosten jaarlijks toe.
C
Blijven de afschrijvingskosten elk jaar gelijk.
D
Neemt de boekwaarde jaarlijks toe.

Slide 27 - Quiz

WAT GEBEURT ER MET DE AFSCHRIJVINGSKOSTEN BIJ DE METHODE % AFSCHRIJVING VAN DE BOEKWAARDE?
A
stijgen
B
blijven gelijk
C
dalen
D
ik weet het niet

Slide 28 - Quiz

Een computer kost €7.000. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de afschrijving na 3 jaar als het afschrijvingspercentage 25% van de boekwaarde is?

Slide 29 - Question ouverte

Een computer kost €7.000. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de restwaarde na 3 jaar als het afschrijvingspercentage 25% van de boekwaarde is?

Slide 30 - Question ouverte

Een computer kost €7.000. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de afschrijving na 3 jaar met de methode lineaire afschrijving als de afschrijving 1750 euro is?

Slide 31 - Question ouverte

Lineaire afschrijvingen

Slide 32 - Diapositive

Een computer kost €7.000. Men verwacht geen restwaarde. Wat is de restwaarde na 3 jaar met de methode lineaire afschrijving als de afschrijving 1750 euro is?

Slide 33 - Question ouverte

Wat is het doel van een afschrijving?

Slide 34 - Question ouverte

Kostensoorten
  • Een bedrijf kan verschillende kosten hebben, een aantal voorbeelden:
  • Constante kosten = Kosten zijn vast, zijn elke periode hetzelfde.
  • Variabele kosten = Kosten veranderen n.a.v. drukte.
  • Directe kosten = Kosten die direct zijn toe te rekenen aan product. (zij hebben betrekking op de producten)
  • Indirecte kosten = Kosten die niet zijn toe te rekenen aan een product

Slide 35 - Diapositive

Rente kosten
Inkoopwaarde van de omzet
Afschrijvings-
kosten
Inkopen
Verkopen
Geen opbrengst of kosten
Kosten
Opbrengsten
Aflossing

Slide 36 - Question de remorquage

Constante kosten
Variabele kosten

Slide 37 - Question de remorquage