DC3 herhaling

Hoofdvraag
Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdvraag
Welke rol speelden de koloniën in sociaal-economische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?

Slide 1 - Diapositive

Kenmerkende aspecten
  • De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving
  • Discussies over de ‘sociale kwestie’ 
  • De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
  • Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces 
  • De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Gevolgen van het ontstaan Brits wereldrijk voor de samenleving op sociaal gebied
  • Dankzij kapitalisme van een standenmaatschappij naar een klassenmaatschappij
  • Nieuwe sociale klassen: arbeidersklasse versus ondernemersklasse
  • Door de slechte omstandigheden van de arbeiders kwam de bevolking steeds meer in opstand --> vakbonden en opkomst socialisme

Slide 5 - Diapositive

Gevolgen van het ontstaan Brits wereldrijk voor de samenleving op sociaal gebied
  • Door de Factory Acts van 1833 werden grenzen gesteld aan kinderarbeid en veiligheid en gezondheid voor de arbeiders (controle door arbeidsinspectie). In de praktijk moeilijk deze wet na te leven, er waren 4 inspecteurs op 4000 fabrieken. Echter het was een eerste stap! (kinderen tussen 9 en 13 jaar mochten niet meer werken dan 8 uur en niet meer in de nacht, en recht op 2 uur onderwijs per dag).
  • Door de Reform Bill van 1832 groeide de invloed van Industriële ondernemers in het Britse Parlement (ook kregen mannen stemrecht vanaf een bepaald inkomen en oude kiesdistricten werden opnieuw ingedeeld). Gevolg: geïndustrialiseerde steden werden beter vertegenwoordigd in het Parlement (Britse Lagerhuis)
  • Belangrijk persoon in het verbeteren van de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders was Robert Owen.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Robert Owen
Deze (utopisch) socialistische Britse fabriekseigenaar streed tegen kinderarbeid en steunde de vorming van vakbonden. Hij wilde dat het Britse Parlement de situatie van de arbeiders zou verbeteren. In de loop van de 19e eeuw raakte de arbeidersklasse dan ook beter georganiseerd. Hij bouwde een eigen arbeiderswijk met goede huizen en onderwijs voor de arbeiderskinderen! 

Slide 8 - Diapositive

1851: eerste wereldtentoonstelling in Londen
Londen werd de werkplaats van Europa en het financieel hart van de wereld met:
  • De grootste haven
  • de beste infrastructuur
  • Het centrum van het bank- en verzekeringswezen
In 1851 werd in Crystal Palace de eerste wereldtentoonstelling gehouden met meer dan 6 miljoen bezoekers. Nieuwe uitvindingen en invloeden werden hier tentoongesteld (aanzien/status voor GB)! --> nationalisme

Slide 9 - Diapositive

Belang van kolonies voor GB
1. De plantages in het Caraïbische gebied, Noord-Amerika en India waren belangrijke leveranciers van grondstoffen, zoals katoen. Deze werden in het moederland verwerkt tot eindproducten.
2. ondernemers investeerden de winsten uit de koloniën weer in Groot-Brittannië. Ze bouwden fabrieken en leggen transportwegen (kanalen en spoorwegen) in G.B. aan.
3.  kolonies als afzetmarkt voor producten die in Groot-Brittannië werden gemaakt (vooral katoenindustrie).
een paar gevolgen: 
  • De Britse economie werd vatbaar voor wereldwijde ontwikkelingen! (een misoogst in de kolonie kon GB economisch raken). 
  • Reden voor GB nog meer gebied te koloniseren om controle te behouden.

Slide 10 - Diapositive

Het Britse Rijk als wereldmacht

  • Groot-Brittannië groeide uit tot de meest welvarende grootmacht op aarde
  • Britse koloniën profiteerden hier op een bepaalde manier van: ondernemers steken geld in projecten als spoorwegen, in onderwijs.

    --> modern imperialisme
Rond 1900 heerste Groot-Brittannië over een kwart van de wereldbevolking.

Slide 11 - Diapositive

Begrippen
  • industriële revolutie: grote verandering in de samenleving waarbij industrie en verkeer steeds meer worden gemechaniseerd.
  • spinning jenny: spinnewiel dat meerdere draden tegelijk kon spinnen.
  • handelskapitalisme: economisch systeem waarin ondernemers goederen verhandelen om daarmee winst te maken.
  • Industrieel kapitalisme: economisch systeem waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en diensten produceren met het doel zoveel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen. Ook ‘modern kapitalisme’ geheten.
  • liberale markteconomie: grote verandering in de samenleving waarbij industrie en verkeer steeds meer worden gemechaniseerd.

Slide 12 - Diapositive

Begrippen
  • sociale klasse: groep mensen die op basis van hun bezit en inkomen een vergelijkbare positie hebben in de samenleving.
  • Reform Bill: wet die in 1832 in Groot-Brittannië werd aangenomen en zorgde voor een hervorming van het Britse parlement. Grote industriesteden kregen met deze wet een sterkere vertegenwoordiging in het parlement. Eigenlijk: Reform Act.
  • Factory Acts: wetten die in 1833 door het Britse parlement werden aangenomen en die het werk in fabrieken aan regels bonden (bijvoorbeeld over werktijden, veiligheid en gezondheid).
  • wereldtentoonstelling: grote internationale tentoonstelling waar deelnemende landen hun economische en culturele ontwikkeling laten zien. De eerste wereldtentoonstelling werd in 1851 gehouden in Londen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo