4V Beco OndZelf H2.5 en 2.6

Case 2.2
1. Klantdoel
De zakelijke reiziger wil op weg naar een klant, naar zijn werk, etc. Kortom hij reist van A
naar B. Dit doet hij met de trein/bus en het laatste stukje met de fiets. De fiets kan hij
snel en goedkoop huren.
2. Gains
De ov-fiets is op 300 plekken in Nederland beschikbaar.
Het huren en inleveren van de fiets gaat snel en probleemloos.
Geen reserveringen vooraf.
Flexibele inlevertijden.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Case 2.2
1. Klantdoel
De zakelijke reiziger wil op weg naar een klant, naar zijn werk, etc. Kortom hij reist van A
naar B. Dit doet hij met de trein/bus en het laatste stukje met de fiets. De fiets kan hij
snel en goedkoop huren.
2. Gains
De ov-fiets is op 300 plekken in Nederland beschikbaar.
Het huren en inleveren van de fiets gaat snel en probleemloos.
Geen reserveringen vooraf.
Flexibele inlevertijden.

Slide 1 - Diapositive

Case 2.2
3. Pains
Nog niet overal is de ov-fiets te huur.
Huren kan alleen met een persoonlijk ov-chipkaart.
Niet weten hoe je aan een fietsabonnement kunt komen.
4. Producten of diensten
300 huurlocaties in Nederland
Snelle service
Lage kosten
Flexibele huurtijd

Slide 2 - Diapositive

Case 2.2
Pain relievers
Je kunt het ov-fietsabonnement koppelen aan je ov-chipkaart, NS-Business Card of een
andere mobiliteitskaart.
Er komen steeds meer locaties met ov-fietsen te huur.
Veel informatie over hoe en wat, is te vinden op de website.
6. Gain creators
300 huurlocaties in Nederland, Geen abonnementskosten
€ 3,85 voor 24 uur fietshuren, Snel huren en inleveren
Geen reservering vooraf, Flexibele huurtijd
Achteraf betalen, Alles kan online geregeld worden

Slide 3 - Diapositive

Case 2.3
kwekers uit de regio
A
strategische partner
B
kernactiviteit
C
kernmiddel
D
waardepropositie

Slide 4 - Quiz

Case 2.3
open dag
A
kernactiviteit
B
waardepropositie
C
klantrelatie
D
kanalen

Slide 5 - Quiz

Case 2.3
bezorgkosten
A
kernactiviteit
B
kostenstructuur
C
kanalen
D
inkomstenstromen

Slide 6 - Quiz

Case 2.3
website
A
strategische partner
B
kernactiviteit
C
kernmiddel
D
waardepropositie

Slide 7 - Quiz

Case 2.3
groene consument
A
waardepropositie
B
klantrelatie
C
klantsegment
D
inkomstenstroom

Slide 8 - Quiz

Artikel Swapfiets
Welke verdienmodellen spelen een rol?
( zie par. 2.5 )

- Oude situatie?

- Nieuwe situatie?

Slide 9 - Diapositive

Artikel Swapfiets
Welke verdienmodellen spelen een rol?
- Oude situatie?
handelsmodel
servicemodel
- Nieuwe situatie?
verhuur- en leaseconstructies
abonnement of lidmaatschap

Slide 10 - Diapositive

Leaseconstructies
Financial Leasing <------------------------> Operational Leasing

na afloop eigenaar                                         na afloop geen eigenaar
onderhoud voor huurder                    onderhoud voor verhuurder
verzekering voor huurder                      verzekering voor                                                                                                                                verhuurder
lagere leaseprijs                                                         hogere leaseprijs

Slide 11 - Diapositive

Prijsbepaling door bedrijven

Slide 12 - Diapositive

Waarvan is de prijs van een product / dienst afhankelijk?

Slide 13 - Carte mentale

Prijsstelling
Verkoopprijs afhankelijk van:
- kosten
- vraag
- concurrentie
- psychologie

Slide 14 - Diapositive

Welke afspraak is juist?
A
Als de prijs procentueel minder stijgt dan de afzet daalt, dan stijgt de omzet
B
Als de prijs procentueel meer stijgt dan de afzet daalt, dan daalt de omzet
C
Als de prijs procentueel meer daalt dan de afzet stijgt, dan stijgt de omzet
D
Als de prijs procentueel meer daalt dan de afzet stijgt, dan daalt de omzet

Slide 15 - Quiz

Onderzoek naar hoe klanten de prijs beoordelen

Vinden klanten het product te duur / te goedkoop?

4 vragen op blz. 17 -------------------> grafiek

Slide 16 - Diapositive

Prijsstelling
OPS ( optimale prijsstelling )
Geringst aantal personen vindt het product / de dienst te duur of te goedkoop: maximale afzet
IDP ( indifferentiepunt ) 
Aantal klanten dat het product duur vindt is gelijk aan aantal klanten dat het product goedkoop vindt: lagere afzet, maar hogere winstmarge

Slide 17 - Diapositive

Hw.
Case 2.4

Slide 18 - Diapositive

Nakijken

Case 2.4

Optimaal € 57,-

Ideaal € 64,-

Slide 19 - Diapositive

Zelfstandig maken Taken

Vragen stellen

Zelfstandig maken Zelftesten
Financiele Levensloop H1, 2, 6
Onderneem 't Zelf H1, 2

Slide 20 - Diapositive