Methodiek P3 Les 7

• Methodiek
• MBO
• Studiejaar 1

Methodiek Periode 3

Les 7

Voordat we beginnen: hoe zit je erbij?

1. 
2. 
3. 
4. 

Waar lopen jullie nog tegen aan?
Welke vragen hebben jullie nog?

B1-K1-W1 Inventariseert behoeften en wensen van het kind

Korte herhaling opdracht examen en criteria. Koppeling observatieplan met examen. Hier niet te lang bij stil staan.

Lesdoelen

Aan het einde van de les weet je wat de aandachtspunten zijn van schriftelijk rapporteren en van het dossier.

Aan het einde van de les weet je hoe je je examen moet maken, ben je hiermee aan de slag gegaan of heb je geoefend.

Uit het boek: 8.4.4, 9.3, 9.5.1, 9.5.3

Schriftelijk rapporteren

Aandachtspunten:

•  Structuur
  
• Opbouw
• Taalgebruik
  

Dossier

Aandachtspunten:

• Informatie staat 'vast'
• Ben je bewust van het doel ervan
  
• Houdt rekening met de privacy --> zorg dat anderen niet kunnen meekijken.
  

Uitwerking verslag:

Uitwerking verslag

Herhaling: observatiedoel

• In het observatiedoel staat altijd wie je gaat observeren, welk gedrag je gaat observeren en tijdens welke situatie je gaat observeren.
• Beschrijf het doel in 1 zin.
• Maak je doel vanuit een vraag: wat wil je tijdens de observatie te weten komen?
  

Herhaling: observatiedoel

Voorbeeld:

• Vraag: Hoe kan ik kind A. gaan begeleiden tijdens het zelfstandig werken?
  
• Observatiedoel: Aan het einde van de observatie weet ik hoe kind A. zich gedraagt tijdens het zelfstandig werken.
  
• Observatiedoel: Aan het einde van de observatie weet ik of kind A. tijdens het zelfstandig werken  positief reageert als hij begeleidt wordt door de juf.
• Observatiedoel: Aan het einde van de observatie weet ik hoe vaak kind A. op staat van haar stoel tijdens het zelfstandig werken.
  

Herhaling: observatiedoel

Voorbeeld:

• Vraag: Is kind B. klaar voor zindelijkheidstraining en hoe kan kind B. hierin ondersteunt worden?
• Observatiedoel: Aan het einde van de observatie weet ik hoe kind B. reageert op zijn vieze luier tijdens het verschonen.
  
• Observatiedoel: Aan het einde van de observatie weet ik welk gedrag kind B. laat zien op het moment dat hij een vieze luier heeft tijdens het vrije speelmoment.
  

Nu jullie: wat voor observatiedoel kan je nog formuleren hierbij?

Doelen bespreken.
De studenten elkaar tips en tops laten geven.

Vraag: Hoe kan het KDV kind C. begeleiden bij het aanleren van de Nederlandse taal?
Bedenk 3 mogelijke observatiedoelen.

Beschrijven van de ontwikkeling

• Benoem theorie over de ontwikkeling van de leeftijdsfase waarin het kind zit (denk aan de bronvermelding).
• Benoem praktijkvoorbeelden en informatie over het kind (denk aan de bronvermelding).
  
• Vergelijk deze met elkaar en schrijf een conclusie.
  

Aan de  slag!

•  Bekijk de feedback op het observatieplan. Waar nodig, stel je vraag.

• Start met het vormgeven van het examen op papier. Maak alvast het voorblad, inhoudsopgave, inleiding, kopjes etc. Of als je al zover bent: werk alvast informatie uit op papier.
  
• Oefen met het opstellen van de beginsituatie en het koppelen van praktijk en theorie.
  
• Werk aan de aftekenlijst.
  

Oefenen beginsituatie:

Maak  een beginsituatie van een fictief kind en vraag deze les nog feedback, ook als je het niet helemaal afkrijgt.

•     Algemene gegevens
•     Motorische, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling: noem praktijkvoorbeelden die je vergelijkt met de theorie.
•     Wensen
•     Behoeften

Volgende week

Uitloop en mogelijkheid tot het stellen van vragen.

Hoe vond je de les van vandaag?
Heb je tops/tips voor mij?