toets bespreken T2 2021

toets bespreken T2
V5 2021
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

toets bespreken T2
V5 2021

Slide 1 - Diapositive

vraag 1
Hieronder staan zes historische gegevens die verband houden met de politieke economische situatie in de Nederlanden:

1.    Alva komt naar de Nederlanden. (vervalt)
2.    De beeldenstorm komt opzetten.
3.    De Unies van Atrecht en Utrecht worden gesloten.
4.    De Verenigde Oost-Indische Compagnie wordt opgericht.
5.    De Vrede van Munster wordt gesloten.
6.    Johan de Witt wordt gelyncht.

2p Zet deze zes historische gegevens in de juiste volgorde, van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers

antwoord: 2 – (1 )– 3 – 4 – 5 – 6

Slide 2 - Diapositive

vraag 2
3p In de Nederlanden kwam er halverwege de zestiende eeuw steeds meer verzet tegen de Spaanse koning, dit mondde zelfs uit in een opstand. Noem drie oorzaken voor deze opstand. Noem een economische, religieuze en bestuurlijke oorzaak en leg deze uit.

Slide 3 - Diapositive

antwoord vraag 2
economisch:
Filips II verhoogde de belasting op veel producten in de Nederlanden, wat voor veel ontevredenheid zorgde onder het volk 1p
ZET DE SOORT OORZAAK ERBIJ!

Slide 4 - Diapositive

antwoord
religieus:
De Spaanse koning was katholiek en voerde bloedplakkaten in. Alle mensen van andere geloven werden streng vervolgd.1p

Het gaat hier om kettervervolging!

Slide 5 - Diapositive

antwoord
bestuurlijk: Karel V en Filips II voerden een centralisatiepolitiek in. Ze wouden de Nederlanden dus besturen vanuit Spanje. Hiervoor maakten ze gebruik van geschoolde ambtenaren in plaats van van de Adel.  1p



Slide 6 - Diapositive

vraag 3
Gebruik bron 1
4p Een bewering:
Deze tabel kan worden gebruikt om te laten zien:
1.    Wat de invloed was van de mercantilistische maatregelen van Frankrijk op de handel van de Republiek;

2.    Dat de WIC en de VOC voor de handel van de Republiek steeds belangrijker werden.

–    Leg met behulp van de tabel wat het mercantilisme inhield en welke invloed het op de Republiek had en
–    Leg vervolgens met behulp van de tabel uit welk kenmerkend aspect uit de zeventiende eeuw bij bewering 2 past.


Slide 7 - Diapositive

antwoord vraag 3
4p  - Het mercantlisme hield in dat veel goud en zilver moest zijn, de export bevorderen en de import beperken. In de bron is te zien dat er in 1720 veel minder uitvoer naar Europa ging dan in 1650. In 1650 was dit 115 en in 1720 was dit 83. Doordat de Fransen de import beperkten, kon er dus minder gehandeld worden door de Nederlandse Republiek in Europa. 2p

- Wereldwijde handelscontracten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie: In de bron is te zien dat de import, onder het kopje invoer uit, erg veel groeide. Zo waren 16 van de 140 goederen koloniaal in 1650, wat in 1770 63 van de 143 was.2p

Slide 8 - Diapositive

vraag 4
2p Een bewering:
‘Het opzeggen van het Edict van Nantes is verklaarbaar vanuit de gedachte van het droit divin.’
–    Toon de juistheid van de bewering aan.


Slide 9 - Diapositive

antwoord
Het droit divin houdt in dat de koning (hier Lodewijk XIV) werd gezien als de plaatsvervanger op aarde van God. Met het edict van Nantes werd er enige mate van godsdienstvrijheid gegeven aan de Hugenoten.

Als plaatsvervanger van God op aarde is het logisch dat Lodewijk XIV het Edict van Nantes herriep, omdat hij er dus van overtuigd was dat het katholicisme het enig juiste geloof was en dat het dus het enig toegestane geloof in Frankrijk moest zijn. Daarom is deze bewering juist.2p


Slide 10 - Diapositive

vraag 5
Gebruik bron 2
4p Deze bron illustreert twee kenmerkende aspecten van de zeventiende eeuw.
–    Noem die twee kenmerkende aspecten en geef bij elk aspect aan waardoor dit uit de bron blijkt.


Slide 11 - Diapositive

antwoord vraag 5: 2e streepje
1. De wetenschappelijke revolutie
Dat één van de bijbehorende kenmerkende aspecten 'De wetenschappelijke revolutie' is, blijkt uit de bron omdat je ziet hoe ze een dood iemand opensnijden. De wetenschappelijke revolutie ging door op hoe God onze aarde had gemaakt en hoe dingen in elkaar zaten en hier zie je een empirische vorm van onderzoek, namelijk kennis door waarnemingen.


Slide 12 - Diapositive

antwoord vraag 5 2e streepje
- KA 2: De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en bloei in economisch en cultureel opzicht vsan de Nederlandse Staat: Dit kenmerkend aspect kun je aantonen door dat dit schilderij is gemaakt door Rembrandt van Rijn. Rembrandt van Rijn woonde 1632 in de Nederlandse Republiek, en is een bekende schilder wie een groot voorbeeld is voor de bloei in cultureel opzicht van de Nederlandse staat. Dit schilderij is dan ook een typische vorm van de Burgerlijke kunst, hij was een gewetensvrije schilder die hier over anotomie heeft geschilderd. Daarom verwijst dit terug naar dit kenmerkend aspect.2p

Slide 13 - Diapositive

vraag 6
Gebruik bron 3
Stel: je doet onderzoek naar het ontstaan van het empirisme en rationalisme.
4p Leg uit:
–    Of deze bron relevant is voor je onderzoek;
–    Of deze bron betrouwbaar is voor je onderzoek.

Slide 14 - Diapositive

antwoord vraag 6 1e streepje
Bron 3 is wel relevant voor mijn onderzoek naar het ontstaan van het empirisme en rationalisme. Dit komt doordat in bron 3 geschreven wordt over een andere kijk naar dingen, over hoe daar op bekritiseerd zal worden en hoe hij daar al lang mee bezig is en het nu op gaat schrijven. Hij wil dit ook laten zien met demonstraties (verichten van secties) wat erg bij het empirisme past.2p

Slide 15 - Diapositive

antwoord vraag 6 1e streepje
Dit is een betrouwbare bron, omdat het een rechtstreekse vertaling is van hetgene wat William Harvey in 1628 heeft geschreven. Er staat een toelichting boven, maar in de tekst zijn geen extra dingetjes ertussendoor gezet, zoals onderstreepte of schuingedrukte stukjes met extra informatie. De plek waar deze tekst vandaan komt (William Harvey) is bekend en betrouwbaar. Daarmee is dit een betrouwbare bron. 2p



Slide 16 - Diapositive

vraag 7
Gebruik bron 4
4p Dit artikel sluit aan bij twee negatieve gevolgen van de industrialisatie voor de VS.
–    Geef twee negatieve gevolgen die aansluiten bij dit artikel en
–    Leg met behulp van de bron waarom deze uitspraak geïnspireerd werd door de progressive movement.

Slide 17 - Diapositive

vraag 7
- De grote cororperaties en trusts die domineren1p  en corruptie in de V.S. (onder de bedrijven en de wet?)1p

- In de bron hebben ze het over het opsplitsen van grote ondernemingen. Als de maatschappij, de Standard Oil Company, na 6 maanden geen maatregelen heeft genomen, zal het bedrijf ontbonden worden. Deze uitspraak werd geïnspireerd door de progressive movement, omdat de progressive movement tegen te veel macht voor een onderneming was.2p

Slide 18 - Diapositive

vraag 8
Na 1865 kwam het industrialisatieproces in de Verenigde Staten in een versnelling.
3p Noem hiervoor drie oorzaken.

Slide 19 - Diapositive

antwoord vraag 8
Het industrialisatieproces kwam door deze oorzaken in een versnelling:
1.  De Verenigde Staten hadden veel natuurlijke hulpbronnen.1p
2.  De Verenigde staten hadden relatief goedkope arbeidskrachten.1p
3.  De Verenigde staten hadden een nieuw communicatiemiddel, namelijk de telegraaf, waarmee ze met morse sneller konden communiceren.1p

Slide 20 - Diapositive

vraag 9
Gebruik bron 5
In de periode van 1917 tot 1920, direct na de Eerste Wereldoorlog, vond de Red Scare plaats in de VS.
4p Leg uit:

–    Met behulp van een beeldelement waarom deze prent past bij de Red Scare en
–    Waarom de Red Scare gunstig was voor de grote bedrijven


Slide 21 - Diapositive

vraag 9
4p 9. Deze prent past bij de red scare, omdat  men bang was voor een rode, communistisch land.  Door de woorden 'bolsjewisme, rode vlag, gekke ideeën van Europa , on amerikaanse idealen ' blijkt dus wel dat mensen bang waren om communistisch land te worden, want in Europa waren wel enige landen die communistisch waren. 2p


De red scare was gunstig voor bedrijven grote, omdat de socialistische wetgeving miniem bleef. Ze behielden dus hun macht.2p

Slide 22 - Diapositive