huiswerk nabespreken bondig aantrekkelijk formuleren

Bondig formuleren (les 13)
Huiswerk nabespreken
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bondig formuleren (les 13)
Huiswerk nabespreken

Slide 1 - Diapositive

Bedenk een zin die bondiger kan

Slide 2 - Question ouverte

Schrijf korter:
Gelieve geen gebruikte spullen in uw jaszakken laten zitten bij gebruik van de garderobe. De directie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor zoekgeraakte spullen.

Slide 3 - Question ouverte

Maak een goede en een foute zin met opnieuw herhalen

Slide 4 - Question ouverte

Herschrijf het recept voor tomatensoep (vraag 6)

Slide 5 - Question ouverte

Breng het fragment van vraag 7 terug tot een of twee zinnen.

Slide 6 - Question ouverte

Herschrijf het reisfragment en gebruik een opsomming.

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit hoe bondig formuleren cultureel bepaald kan zijn (zie tekst p. 80)

Slide 8 - Question ouverte

Welke verzachtende modale partikels zijn er?

Slide 9 - Question ouverte

Noem een verschil tussen Pools en Nederlands dat met bondig formuleren te maken heeft.

Slide 10 - Question ouverte

volgende les
Maak je les 13 (aantrekkelijk formuleren)

Slide 11 - Diapositive