Bijeenkomst 4 -ismes en ontwikkelingsgebieden

Pedagogisch Handelen 1
Bijeenkomst 4
Ontwikkelingspsychologie
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pedagogisch Handelen 1
Bijeenkomst 4
Ontwikkelingspsychologie

Slide 1 - Diapositive

De doelen van vandaag
- Je kunt vertellen welke ontwikkelingsgebieden er bestaan. 
- Je kunt vertellen wat nature en nurture is. 
- Je kunt de '-isme' benoemen en beschrijven. 
- Je formuleert de volgende stap in jouw proces voor PH1. 

Slide 2 - Diapositive

Lesverloop
Informatie op it's learning
Ontwikkelingspsychologie 
Volgende stap voor PH1

Slide 3 - Diapositive

We lopen even door de it's pagina's.

Slide 4 - Diapositive

Hoeveel begrippen ken je al?
Ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie
Nature vs. Nurture
Behaviorisme
Cognitivisme
Sociaal constructivisme
Veilige hechting
Sensitieve responsiviteit

Slide 5 - Diapositive

Welke leervragen leven er?

Slide 6 - Question ouverte

Ontwikkeling

Slide 7 - Carte mentale

Slide 8 - Diapositive

Betekenis ontwikkelingspsychologie
Volgens van Beemen (2020) is ontwikkeling een reeks progressieve veranderingen die leidt tot een hoger functioneren.

De ontwikkelingspsychologie bestudeert hoe de ontwikkeling verloopt en welke factoren er invloed op hebben. Ontwikkelingspsychologen vormen theorieën.

Ontwikkelingstheorieën leggen verbanden tussen onderzoeksgegevens en proberen te verklaren hoe en onder welke voorwaarden ontwikkeling tot stand komt.

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkelingsgebieden
Fysieke ontwikkeling
Cognitieve ontwikkeling
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Morele ontwikkeling
Multimediale ontwikkeling (Hooijmaaijer, 2019)

Slide 10 - Diapositive

4

Slide 11 - Vidéo

02:08
Wat zie je?

Slide 12 - Carte mentale

02:47
Wat zie je?

Slide 13 - Carte mentale

03:26
Wat zie je?

Slide 14 - Carte mentale

04:25
Einde filmpje

Slide 15 - Diapositive

Nature vs Nurture
Ben je op de hoogte van de Nature vs. Nurture discussie?
Wat is het verschil?
Kun je voorbeelden benoemen?

Slide 16 - Diapositive

-ismes
1. Behaviorisme
2. Cognitivisme
3. Constructivisme 

Slide 17 - Diapositive

Behaviorisme 
  • Klassieke conditionering 
  • Operante conditionering 
  • Wanneer je de stimuli kent, je gedrag kan voorspellen. 
  • Namen: Watson, Skinner, Pavlov

Slide 18 - Diapositive

Cognitivisme 
Zoek op en vul het schema in



Slide 19 - Diapositive

Sociaal constructivisme 
Focus op mentale processen en invloed van de omgeving
Samen met & van elkaar leren
Vygotsky

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Vier soorten gehechtheid
Type A: Angstig-vermijdend gehechte kinderen
Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.

Type B: Veilig gehechte kinderen
Bij deze kinderen is er een goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Kinderen durven nieuwe taken aan te gaan, zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en zoeken toenadering bij terugkomst, waarna ze weer verder durven te exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.


Slide 24 - Diapositive

Vier soorten gehechtheid
Type C: angstig-ambivalente gehechte kinderen
Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.

Type D: gedesorganiseerd en gedesoriënteerd hechtingspatroon. 
Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

sensitieve responsiviteit
Maat voor kwaliteit van opvoedend handelen

Kenmerken van een sensitieve houding: speelsheid, liefhebben, acceptatie, nieuwsgierigheid en empathie

Gevolg: vertrouwen, toegankelijkheid en bereikbaarheid. Dit zijn de voorwaarden voor een veilige hechting

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Vul de meest passende woorden in op de stippellijn.

Bowlby geloofde dat een………. een veilige hechting tot gevolg heeft.
A
Kritische houding van de hoofdopvoeder ten opzichte van het kind
B
Sensitieve houding van de moeder voor haar kind
C
Separatie individuatietraining door een orthopedagoog
D
Stabiele cognitieve ontwikkeling tijdens de eerste zeven jaren

Slide 29 - Quiz

Begrippen behandeld
Ontwikkeling
Ontwikkelingspsychologie
Nature vs. Nurture
Behaviorisme
Cognitivisme
Sociaal constructivisme
Veilige hechting
Sensitieve responsiviteit

Slide 30 - Diapositive

Volgende stap PH1

Slide 31 - Question ouverte