13.2 Toonhoogte

13.2 Toonhoogte
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

13.2 Toonhoogte

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf kun je antwoord geven op deze vragen:

- Wat is trillingstijd?
- Wat is frequentie?
- Welke frequenties kan een mens horen?
- Hoe bereken je de frequentie/trillingstijd?

Slide 2 - Diapositive

Voorkennis: omrekenen
Ik heb een stuk land van 1 meter lang. Ik verdeel dit stuk in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stuk?

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis: omrekenen
Ik heb een stuk land van 1 meter lang. Ik verdeel dit stuk in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stuk?
1 meter (m) = 1000 milimeter (mm)

Slide 4 - Diapositive

Voorkennis: omrekenen
Ik heb een stuk land van 1 meter lang. Ik verdeel dit stuk in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stuk?
1 meter (m) = 1000 milimeter (mm)

Ik neem een geluid op van 1 seconde lang. Ik verdeel dit geluid in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stukje geluid?

Slide 5 - Diapositive

Voorkennis: omrekenen
Ik heb een stuk land van 1 meter lang. Ik verdeel dit stuk in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stuk?
1 meter (m) = 1000 millimeter (mm)

Ik neem een geluid op van 1 seconde lang. Ik verdeel dit geluid in 1000 precies dezelfde stukken. Hoe lang is elk stukje geluid?
1 seconde (s) = 1000 milliseconde (ms)

Slide 6 - Diapositive

Oscilloscoop

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Wat is frequentie?
Frequentie = Het aantal trillingen in één seconde 

De eenheid is Hertz (Hz)

Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon klinkt.

Slide 9 - Diapositive

Berekenen
Formule: f = 

En voor de trillingstijd van 1 trilling:
T = 
T1
f1

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld
Formule: f =             T = 

De snaar van een gitaar trilt 1 keer in 0,025 seconde. Bereken de frequentie.
T1
f1

Slide 11 - Diapositive

Een snaar trilt met een frequentie van 1000 Hz.
Hoe vaak trilt de snaar in 1 seconde?

Slide 12 - Question ouverte

Voorbeeld 2
Formule: f =             T = 

De snaar van een viool trilt met een frequentie van 500 Hz. Bereken de trillingstijd in seconde.
T1
f1

Slide 13 - Diapositive

Hoge en lage tonen

Slide 14 - Diapositive

Welke tonen kun jij horen/maken?
Ondergrens
De laagste toon die een mens kan horen is 20 Hz
Bovengrens
De hoogste toon die een mens kan horen is 20.000 Hz


Het stembereik van een mens is 50-5000 Hz.

Slide 15 - Diapositive

Je gehoor test je met een toongenerator.

De bovenste gehoorgrens wordt steeds lager.

De onderste gehoorgrens blijft ongeveer 20 Hz. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat betekent het woord 'Frequentie'?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe hoger de toon,
hoe ... de frequentie
A
Lager
B
Harder
C
Zachter
D
Hoger

Slide 19 - Quiz

Vul in: Als je ouder wordt, kun je .... tonen steeds slechter horen.
A
harde
B
zachte
C
lage
D
hoge

Slide 20 - Quiz

Huiswerk maken
Maken 
Hoofdstuk 13.2

Slide 21 - Diapositive