Module gedrag; zintuigen N3 + N4

Module gedrag; 
Zintuigen N3 + N4
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
PaardMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Module gedrag; 
Zintuigen N3 + N4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaan we het deze week over hebben?

  • De zintuigen van het paard
  • Zicht 
  • Gehoor 
  • Reukvermogen
  • Smaakzin
  • Tastzin   

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Na deze les kunnen jullie uitleggen hoe de zintuigen van een paard werken en welke aanpassingen de overlevingskansen van het paard vergroten.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie al over zintuigen?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De zintuigen van het paard
  • Een paard heeft, net als de mens, vijf zintuigen: zicht, gehoor, reuk, smaak en tast. 
  • De zintuigen zijn zo gemaakt dat het de overlevingskansen van het paard vergroot. 
  • De vorm, positie en werking van de zintuigen zijn anders dan die van ons. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het blikveld
  • Prooidieren vs. Roofdieren
  • Ogen aan de zijkanten van hun hoofd
  • Breed blikveld van ongeveer 350 graden 
  • Dit helpt hen om hun omgeving goed in de gaten te houden voor mogelijk gevaar.
  • Een paard ziet 285 graden met één oog (monoculair) 
  • 65 graden met beide ogen samen (binoculair)
  • Blinde Vlekken:  direct achter hun lichaam en direct voor en onder hun neus

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Focus en diepte
  • Pupil is horizontaal ovaalvormig
  • Scherpstellen : horizontale band in het midden van netvlies 
       --> Hoofd omhoog en omlaag bewegen
  • Diepte zien (3D) : object van twee verschillende hoeken zien
  • Links en rechtsom kan een compleet nieuwe beleving zijn 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleur en lichtverandering
  • Paard heeft meer staafjes, minder kegeltjes dan wij (ogen)
  • Kegeltjes zorgen voor zien in kleur (paard: 2 types) , staafjes : zwart-wit 
  • Geel, wit, zwart en blauw kunnen ze onderscheiden van grijs, maar groen of rood niet
  • Paard is een schemeringsdier; ziet beter dan de mens
  • Tijd nodig voor omschakelen van licht naar donker (10min)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer het paard door een !waterplas! loopt, moet je erop letten dat ....
A
Het paard zijn hoofd moet kunnen bewegen om scherp te zien
B
Het paard blinde vlekken heeft
C
Het paard minder goed diepte kan inschatten dan wij
D
Het paard objecten van achteren eerder ziet dan jij

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het gehoor
  • Het gehoor van een paard is zeer goed ontwikkeld
  • Zij kunnen hogere tonen horen dan wij, maar ook geluiden die zachter en verder weg zijn.
  • Paarden kunnen, net als een aantal andere dieren, de lage frequenties voelen in de grond (trillingen)
  • Ieder oor kan onafhankelijk van elkaar 180 graden draaien,  dit helpt een geluid goed te lokaliseren. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Het paard is aanvallend
B
Het paard is onzeker
C
Het paard is ontspannen
D
Het paard is nieuwsgierig

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Het paard is nieuwsgierig
B
Het paard is onzeker
C
Het paard is aanvallend

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Het paard is nieuwsgierig
B
Het paard is ontspannen
C
Het paard geeft een waarschuwing

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
Het paard is ontspannen
B
Het paard is aanvallend
C
Het paard is onzeker
D
Het paard geeft een waarschuwing

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reuk
  • Reukorgaan = het olfactorische systeem 
  • Zeer goed ontwikkeld !
  • Paarden kunnen bepaalde emoties ruiken. Angst, blijdschap,...
  • Paarden hebben in hun neus het Jacobsonsorgaan, waarmee ze door flemen ongewone geuren en feromonen kunnen waarnemen. 
  • Dit orgaan helpt hen ook bij het herkennen van personen en soortgenoten.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het orgaan die achterin de neus zit, wat o.a. zorgt voor het beter herkennen van geuren?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Smaakzin
  • Tong om verschillende smaken te identificeren
  • Bitter --> achteraan tong. Gapen met tong naar buiten, niet lekker
  • Zoet --> vooraan tong. Op en neer bewegen van hoofd, lippen aflikken

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Het paard weet zelf !niet! welke voedingsstoffen hij nodig heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?
Het paard leert vaak door associaties met een bepaalde smaak
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Tastzin
  • Zeer gevoelig: Paarden kunnen zelfs kleine aanrakingen voelen, zoals een vlieg die op hun huid landt.
  • Tastharen: objecten in hun directe omgeving voelen/aftasten (donker)
  • Zonder tastharen --> stoten sneller hun hoofd en daardoor vaker verwondingen aan hun hoofd
  • Into pressure: van nature tegen druk in
  • Als het paard word aangevallen, gebruikt hij zijn gewicht (duwt tegen de druk in)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback momentje

Slide 24 - Carte mentale

--> Test je kennis over zin