bs 3

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Basisstof 3: Immuniteit

Incubatietijd

De tijd tussen het binnendringen van een ziekteverwekker en ziekteverschijnselen krijgen is de incubatietijd.

Bij de 1e keer dat je besmet wordt met een ziekteverwekker duurt het een paar dagen voordat je lichaam antistoffen heeft gemaakt. Ondertussen kun je ziek zijn. Wanneer er genoeg antistoffen zijn gevormd verdwijnen de symptomen.

Primaire/secundaire reactie

Bij de 1e besmetting maakt je lichaam ongeveer 2 weken antistoffen aan, daarna worden ze afgebroken. 

Bij een volgende besmetting met dezelfde ziekteverwekker zorgen geheugencellen ervoor dat er bijna onmiddellijk antistoffen worden gevormd. Daarbij wordt veel meer antistof gevormd en deze blijven ook langer in het lichaam aanwezig.

->immuun

Natuurlijke immuniteit

Natuurlijke immuniteit is immuniteit die je hebt gekregen nadat je de ziekte hebt gehad en je lichaam er zelf antistoffen tegen heeft gemaakt.

Voor veel kinderziektes (zoals de waterpokken) is immuniteit levenslang.

Immunisatie

Kunstmatige vorm van immuniteit. 

Actieve immunisatie:

Een dode of verzwakte ziekteverwekker (of zelfs alleen het antigeen) wordt ingespoten.

Door de antigenen wordt het immuunsysteem geactiveerd waardoor de er antistoffen en geheugencellen worden gemaakt tegen de ziekteverwekker. 

Passieve immunisatie

In sommige gevallen kan passieve immunisatie worden toegepast. Hierbij worden de antistoffen direct ingespoten (antiserum).

Dit wordt bijvoorbeeld gedaan na een beet van een giftige slang. 

Passief omdat je lichaam zelf de antistoffen niet maakt. Je maakt hierbij dus ook geen geheugencellen. 

Maken

14-24