HV1A Voornaamwoorden vervolg 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Ga rustig op je plaats zitten.

Etui, schrift, (laptop) dicht op tafel.

Ga lekker 10 minuten lezen in je leesboek!

Wat gaan we deze les doen?

Doel van deze les: ik weet hoe je voornaamwoorden herkent in een zin.

• Oefenen (5 minuten)
• Huiswerk nakijken (10 minuten)
• Grammatica toets inplannen

Oefenen

Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Wat is de juiste spelling?

1. Dat is toch jouw schrift?
2. Dat is toch jou schrift?

Jullie paspoorten zijn niet meer geldig.
'Jullie' is een

1. bezittelijk vnw
2. persoonlijk vnw
3. wederkerig vnw
4. wederkerend vnw

Hij verheugt zich op het weekend.

'zich' is een

1. bezittelijk vnw
2. persoonlijk vnw
3. wederkerend vnw
4. wederkerig vnw

Ze zijn blij met elkaar.
'elkaar' is een

1. wederkerend vnw
2. wederkerig vnw
3. persoonlijk vnw.
4. bezittelijk vnw

Huiswerk nakijken

Opdracht 5 t/m 8 op blz. 98/99 van je oefenboek.

Grammatica toets inplannen!!!

In week 43

maandag 21 oktober of donderdag 24 oktober?

Wat moet je kennen?

Leren:

-Zelfstandig naamwoord, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord

blz. 160-161 (handboek) 

-Werkwoord blz. 162-163 (handboek)

-Voornaamwoorden 164-165 (t/m wederkerig voornaamwoord) (handboek)

-Onderwerp en gezegde blz. 140-141 (handboek)

-Persoonsvorm blz. 142-143 (handboek) 

-Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde blz. 144, 146 en 147 (eerste helft van schema) (handboek) 

Huiswerk donderdag 3 oktober 4e uur 

Lezen:  de paragraaf  onderwerp en gezegde op blz. 140-141 van je handboek