Grammar: Past Continuous (verleden tijd, langere vorm)

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Past continuous

Doel ...

Ik kan should en shouldn't in een zin gebruiken

Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. 

Ik weet wanneer iets een momentopname was of wanneer iets langer heeft geduurd in het verleden.

Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous en de past simple moet toepassen.

Ik kan de past simple en past continuous correct toepassen.

3.3 should/shouldn't 

betekenis: zou moeten/zou niet moeten (mogen)

Daarna altijd hele werkwoord. 

You shouldn't run in school.

She should eat breakfast every day.

Should + hele ww	Shouldn't + Hele ww
Zou eigenlijk moeten zijn	Zou eigenlijk niet moeten zijn
You should try to get some more exercise.	You shouldn't go out alone, it's dangerous!

It's cold. You ________________
a cardigan. (wear)

1. should wear
2. shouldn't wear

She's always tired. She _________
to bed late every night. (go)

1. should go
2. shouldn't go

fill in: should + ww or shouldn't +ww
You ______ some fruit or vegetables every day. (eat)

fill in: should + ww or shouldn't +ww
You ______the teacher to help you if you don't understand the lesson. (ask)

fill in: should + ww or shouldn't +ww
People __________fast in the town centre. (drive)

Past Simple vs Past Continuous

Wat weet je van de Past Simple (verleden tijd)?

Wat weet je van de (Present) continuous?

Past Simple

De past simple gebruik je als:

- iets in het verleden is gebeurd en is afgerond.

regelmatige ww --> ww+ed

onregelmatige ww --> 2e rijtje

Past simple vragen en ontkenningen

vragen: To be, to have, to do, can, could, will, would, must & shall 

Dan komt deze vooraan te staan.

Geen hulpwerkwoord?

Dan komt did vooraan in de zin.

Did he watch a movie last week?

Ontkenning: Hulpwerkwoord( to be, to have, to do, can, could, will, would must & shall) komt not achter Hadn’t – weren’t etc.

Geen hulpwerkwoord

Dan komt didn’t tussen het onderwerp en het werkwoord.

He didn’t swim fast.

Past Continuous

De Past Continuous ('ing- vorm') gebruik je:

- als de handeling in de verleden tijd aan de gang was en op een bepaald moment door een andere handeling werd onderbroken;

Voorbeeld: I was screaming while we hit a roadsign

- als twee handelingen tegelijk aan de gang zijn. 

Je maakt deze door was/were + ww+ ing

Voorbeeld: While I was watching TV, I was also preparing my lunch. 

Past continuous

Hoe maak je die?

She was walking to school, when her phone rang.

I was drinking some tea, when my husband was working.

What were you thinking of?

Dus de regel is: .................................

Past Continuous

was

                                   of        +  ww   +  ing

were

He was cleaning the house.

Past Continuous vragen en ontkenningen

Vragen: Was/were komt vooraan in de zin te staan

Was I swimming when my mother came home?

ontkenningen: Was/were --> was not/ wasn’t, were not/ weren’t

I wasn’t swimming when my mother called.

Bij welke personen gebruik je 'was' en bij welke personen gebruik je 'were'?
(maak het rijtje I,You, etc.)

Wanneer gebruik je de past simple (verleden tijd)?

Past Continous en Past Simple

Past Continuous = al aan de gang ( lang)

Past Simple = iets gebeurde (kort)

Past continuous vs Past simple

    We were baking pie, while Jim arrived.  
     She was panicking, when she heard the bad news.
I was travelling to Africa, when Julie tried to call me.

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.

1. Past simple
2. Past continuous

We sang that song yesterday.

1. Past Simple
2. Past continuous

We ______
(watch) TV when we ______
(hear) a loud noise.

1. were watching - heared
2. was watching - heared
3. were watching - heard
4. was watching - heard

Last year I _____
(visit) Paris and Rome.

1. was visiting
2. visited
3. were visiting
4. visitted

He ____
(work) in the garden when he _____
(find) the money.

1. were working - finded
2. worked - was finding
3. was finding - works
4. was working - found

Vul de goede vorm van het werkwoord in

I ___(sit) in a cafe when you __(call) .

Susie ___(watch) a film when she __ (hear) the noise.

When I ____(walk) into the room, everyone ____(work).

Dus......wanneer gebruik je de past continuous

Dus....hoe maak je de past continuous?

Doel ...

Ik kan should/shouldn't gebruiken in een zin.

Ik kan onderscheid maken tussen een past simple en een past continuous. 

Ik weet wanneer iets een momentopname was of wanneer iets langer heeft geduurd in het verleden.

Ik weet hoe en wanneer ik de past continuous en de past simple moet toepassen.

Ik kan de past simple en past continuous correct toepassen.

Ik heb de doelen voor deze les bereikt en snap de grammatica.

1. Ik snap het helemaal.
2. Ik snap het bijna, na de opdrachten snap ik het wel.
3. Ik snap het bijna maar graag herhalen de volgende les.
4. Ik snap het (nog) niet en wil graag extra uitleg.

To Do:

The next slide has a link to a video explaining everything again.
Maak 3.2 opdracht 14 t/m 20

engelsacademie.nl