Les 7/8 - Wat is een rechtsstaat?

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
maatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:37
Is Lars Koch een held of een moordenaar?
Held
Moordenaar

Slide 3 - Sondage

Ik leg voor het invullen van de Poll het verhaal nogmaals uit: Een passagiersvliegtuig wordt gekaapt, met daarin 168 passagiers. De kapers willen het vliegtuig laten neerstorten in de Johan Cruijff Arena, die op dat moment gevuld is met 54.000 mensen. De piloot waar het hier om gaat, vloog in een F16 achter het gekaapte vliegtuig aan. Hij krijgt het bevel het vliegtuig te vragen om uit te wijken. Vervolgens is het bevel om waarschuwingsschot te lossen. Hij krijgt geen toestemming uiteindelijk om het vliegtuig neer te schieten, omdat dat niet mag volgens de Duitse grondwet (waar het stuk vandaan komt). Volgens Artikel 1 van de grondwet, is de waardigheid van de mens onaantastbaar. Om die reden mag de overheid geen afweging maken tussen mensenlevens. De piloot schiet toch het vliegtuig uit de lucht. Nu aan jullie de vraag: is Lars Koch een held of een moordenaar? 

Slide 4 - Lien

Ik leg uit dat in Nederland en Duitsland de meeste mensen vonden dat de piloot moest worden vrijgesproken. In China en Japan was dat anders. Dat betekent dus dat bevolking daar een ander beeld heeft van wat rechtvaardig is, dan dat wij dat hebben. Dit heeft te maken met onze normen en waarden. 
Duitsland
Die Würde des Menschen ist unantastbar.
Nederland
  • ???
  • Hebben we niet!

Slide 5 - Diapositive

Ik vraag de leerlingen aan te geven of we in Nederland ook zo'n soort grondwet artikel hebben. Nee, die hebben we niet (voor het toneelstuk is daarom gebruik gemaakt van een artikel uit de Universele verklaring voor de Rechten van de Mens). Landen verschillen dus in de regels die opstellen.  
Wat is een rechtsstaat?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsstaat 
"Een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur"

  1. De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet.
  2. Er is een verdeling van macht.
  3. Er geldt het legaliteitsbeginsel. 

Slide 7 - Diapositive

Wanneer spreken we dan wel van een rechtsstaat? Een rechtsstaat is een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur. De overheid kan dus niet zomaar mensen oppakken en vastzetten. Daarbij hoort dus ook dat de politiek geen tegenstanders kan wegsturen, zoals gebeurt door de mediawet in Polen. We spreken van een rechtsstaat als er voldaan is aan drie voorwaarden. Met name de tweede voorwaarde wordt geschonden in Polen doordat de overheid ook de rechtspraak probeert te besturen. Naar de drie voorwaardes gaan we verder kijken in de volgende les. 
Kerntaken van de overheid
Rechtshandhaving
De staat moet ervoor zorgen dat we ons aan de wet houden.
Geweldsmonopolie!
Rechtsbescherming
Wetten beschermen ons tegen machtsmisbruik van de overheid. 
Paradoxaal!

Slide 8 - Diapositive

In een rechtsstaat heeft een overheid twee hele belangrijke kerntaken: rechtshandhaving en rechtsbescherming. Rechtshandhaving betekent dat de staat de taak heeft om er voor te zorgen dat wij ons, als burgers aan de wet houden. Daarom heeft de staat een geweldsmonopolie: zij zijn de enige die geweld mogen gebruiken. Dat is bij ons de politie. Met rechtshandhaving worden wij als burgers beschermd, zoals dat hoort in een rechtsstaat. Echter mag de overheid of politie niet alles doen. Ook zij moeten zich aan wetten en regels houden. Zo verdienen ook verdachten bescherming in een rechtsstaat. Mag de politie niet mensen martelen. Dat valt onder de rechtsbescherming: de overheid moet ons met wetten beschermen tegen machtsmisbruik van de overheid. Dat is natuurlijk heel paradoxaal: de overheid moet met wetten burgers beschermen tegen diezelfde overheid. Wij hebben zelfs een speciale minister daarvoor: Sander Dekker is minister voor rechtsbescherming. 
Wat is een norm?
A
Uitgangspunt dat mensen belangrijk vinden.
B
Regels over hoe je je hoort te gedragen.
C
Een voordeel dat iemand ergens bij heeft.
D
Hoe sterk mensen zich verbonden voelen met elkaar.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsnormen
  • "gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd."
  1. Geordend maatschappelijk leven.
  2. Aansluiten bij normen en waarden. 

Slide 10 - Diapositive

Ik leg uit dat de regels die gelden voor ons gedrag en die zijn vastgelegd in wetten, ook wel rechtsnormen worden genoemd. Die rechtsnormen zijn door de overheid opgesteld om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk leven geordend verloopt: we rijden aan dezelfde kant, we rijden niet door rood. Daarnaast sluiten de rechtsnormen aan bij onze normen en waarden, waardoor je wordt gedwongen om je aan die normen en waarden te houden. We kennen bijvoorbeeld de waarde respect, met als norm dat je tijdens een ruzie niet iemand in elkaar slaat. De rechtsnorm die daarbij past is het verbod op mishandeling. 

Verzin een rechtsnorm die aansluit bij een waarde en/of norm in de samenleving.

Slide 11 - Question ouverte

Waarde: eerlijkheid
Norm: Als iemand iets op straat verliest, geef je dat terug aan die persoon
Rechtsnorm: je mag niet stelen. 

Waarde: Vrijheid/Respect
Norm: In een discussie luister je naar elkaar, ook naar degene met wie je het niet eens bent.
Rechtsnorm: Iedereen heeft vrijheid van meningsuiting. 
Ik spreek mijn ouders altijd aan met u.
Dat doe ik
Dat doe ik niet

Slide 12 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leraren zouden leerlingen met een liniaal op de hand mogen slaan.
Eens
Oneens

Slide 13 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschuiving van normen en waarden

Slide 14 - Diapositive

Ik laat zien dat de normen en waarden zijn veranderd. Veel mensen spreken hun ouders niet meer aan met u, terwijl dat vroeger veel gebruikelijker was, net zoals het slaan met een liniaal door de docent. 
In 2009 gold al dat in minder dan 10% van de gezinnen dat kinderen hun ouders met u aanspreken, in 1975 was dat nog 1 op de 3 gezinnen (bron). 

De normen veranderen dus!
Rechtvaardigheid
"De opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad."

  • Waarom is het belangrijk dat de rechtsnormen aansluiten bij ons gevoel van rechtsvaardigheid?

Slide 15 - Diapositive

Ik leg uit we niet meer de liniaal slaan, omdat we dat als burgers niet meer rechtvaardig vinden. Rechtvaardigheid gaat over de opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad. Ik vraag de leerlingen waarom het belangrijk is dat de rechtsnormen aansluiten bij ons gevoel voor rechtvaardigheid? Ik geef ze de tijd om daar over na te denken en vraag vervolgens random iemand. Antwoord: dan houden we ons beter aan de regels. 

"Recht is in beweging"

Slide 16 - Diapositive

Rechtsnormen worden dus soms aangepast, omdat ze niet meer aansluiten bij ons rechtvaardigheidsgevoel. We noemen dit ook wel: het recht is in beweging. 
Zo is vorig jaar de maximumstraf op doodslag verhoogd, omdat de maximumstraf geen recht meer deed aan de ernst van het vergrijp. 
Soorten recht
Publiekrecht
Relatie tussen burgers en overheid
Strafrecht: welk gedrag is strafbaar
Privaatrecht
Relatie tussen burgers onderling (rechtspersonen).
Ook wel burgerlijk recht/civiel recht genoemd.

Rechtspersonen
Verenigingen of bedrijven

Slide 17 - Diapositive

De straffen op doodslag of moord vallen onder het strafrecht. Dit is onderdeel van het publiekrecht. Dat recht regelt de relatie tussen burgers en overheid. Het privaatrecht gaat over de relatie tussen burgers onderling, maar kan ook gaan over een conflict tussen een bedrijf en een individu of tussen twee bedrijven. Een bedrijf wordt ook wel een rechtspersoon dan genoemd. 
Rechtsstaat 
"Een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur"

  1. De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet.
  2. Er is een verdeling van macht.
  3. Er geldt het legaliteitsbeginsel. 

Slide 18 - Diapositive

Wanneer spreken we dan wel van een rechtsstaat? Een rechtsstaat is een rechtssysteem waarin burgers door grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur. De overheid kan dus niet zomaar mensen oppakken en vastzetten. Daarbij hoort dus ook dat de politiek geen tegenstanders kan wegsturen, zoals gebeurt door de mediawet in Polen. We spreken van een rechtsstaat als er voldaan is aan drie voorwaarden. Met name de tweede voorwaarde wordt geschonden in Polen doordat de overheid ook de rechtspraak probeert te besturen. Naar de drie voorwaardes gaan we verder kijken in de volgende les. 
Autoritaite staten
  • Eén machthebber
  • Politieke tegenstanders zonder vorm van proces uit schakelen 
  • Bevolking van rechten en vrijheden onthouden 

Slide 19 - Diapositive

Ik leg uit dat in een land als Polen de rechtsstaat dus onder druk staat, wat enorm gevaarlijk is. Er zijn meer landen in de wereld waar de rechtstaat onder druk staat of deze er niet eens is. Landen zonder rechtsstaat noemen we ook wel autoritaire staten of dictaturen. Daar bepaalt één machthebber of een kleine groep wat de regels zijn. Politieke tegenstanders worden zonder proces uitgeschakeld. Denk aan de Tuchtkamer in Polen of de mediawet. Ook worden burgers rechten en vrijheden onthouden, denk aan de LHBTI-vrije zones in Polen. Ook in Polen zou je bijna kunnen spreken van een dictatuur. 
Schrijf 2 landen op die gezien kunnen worden als dictatuur.

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten
timer
7:00
10 minuten
Alleen (Duo's) 
Uitkomst: 
Bespreken (met het rad)
Klaar?:
Lees 'ontstaan van de rechtsstaat'  en maak opdracht 10.
Opdracht:
Ga aan de slag met de opdrachten op blz. 26 van je boek. 
Maak daarna opdracht 11.
(   )

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions