Als je klaar bent moet je het niet wegklikken, je hebt de antwoorden namelijk nog nodig.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel punten heb je behaald bij deze check?
Slide 6 - Sondage
Ik kan mijzelf verbeteren door het volgende te doen:
1. Ik leer/oefen nog een keer hoe je tekstdoelen, de bedoeling van de schrijver en het publiek van een tekst kunt herkennen.
2. Ik leer/oefen nog een keer hoe je tekstverbanden kunt herkennen aan de hand van signaalwoorden.
3. Ik leer/oefen nog een keer hoe je meningen, argumenten en conclusies kunt herkennen in de tekst.
Slide 7 - Question de remorquage
Activeren Lexis Nexis
Krantenbank, waar je toegang hebt tot vele kranten. Misschien handig om te gebruiken voor werkstukken, opdrachten etc.
Slide 8 - Diapositive
Activeren Lexis Nexis
Slide 9 - Diapositive
Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?
Je weet hoe je meningen, argumenten en conclusies in een tekst kunt herkennen.
Je weet hoe je een overtuigende tekst moet schrijven.
Je weet hoe je je mening moet geven en hoe je moet reageren op de mening van een ander.
Je weet hoe je je tekst moet indelen in inleiding, middenstuk en slot.
Je weet hoe je het doel van een tekst en de bedoeling van de schrijver moet benoemen.
Je kan de hoofdgedachte herkennen en relateren aan de tekstsoort.
Slide 10 - Diapositive
Wat is een mening?
Slide 11 - Carte mentale
Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets vind of niet vind
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst
Slide 12 - Quiz
Wat is een 'conclusie'
A
Hierin wordt het belangrijkste verteld wat de schrijver duidelijk wil maken aan de lezer
B
Hierin wordt samengevat, argumenten beschreven en een standpunt gegeven
Slide 13 - Quiz
Conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Vidéo
Roken is ongezond.
Roken stinkt.
Roken is slecht voor je, omdat je er een stinkende adem van krijgt.
Mening
Feit
Argument
Slide 16 - Question de remorquage
Vul in:
Een tekst is meestal verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
In het staat de meeste informatie over het onderwerp. Vaak worden hierin de verschillende aspecten van het onderwerp besproken. Dit zijn .
slot
onderwerpen
deelonderwerpen
middenstuk
Slide 17 - Question de remorquage
Zoek de juiste inleiding, middenstuk en slot bij elkaar door ze te slepen.
Inleiding
De 10-jarige Emily is heel goed in gebarentaal.
Inleiding
Aarzelend zet Bao Bao haar eerste stapjes.
Inleiding
Koningin Máxima heeft de splinternieuwe boot van de reddingsbrigade gedoopt.
Middenstuk
Met de nieuwe boot kunnen in één keer 120 mensen gered worden. Als de boot omslaat, draait hij vanzelf weer om. Hierdoor kan de boot altijd varen, ook met harde storm of onweer.
Middenstuk
Ze maakt er filmpjes van die te zien zijn op haar Facebookpagina ‘Het gebaar van de dag’. Bijna 9.000 mensen volgen haar al.
Middenstuk
Na zes maanden binnen blijven, was het vandaag een blije dag voor panda Bao Bao. Ze mocht voor het eerst naar buiten. Bao Bao werd vorig jaar augustus geboren.
Slot
Sindsdien is de panda de superster van de dierentuin in de Amerikaanse stad Washington.
Slot
De boot kostte bijna 2,5 miljoen euro, maar dan heb je ook wat.
Slot
Met de pagina wil Emily zo veel mogelijk mensen gebarentaal leren.
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is een hoofdgedachte ?
Slide 19 - Carte mentale
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Wat betekent het woord hoofdgedachte?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin
Slide 20 - Quiz
Oefeningen
Ga aan de slag met het boek Nieuw Nederlands:
Hoofdstuk 1 paragraaf 3 Mening, argument en conclusie