Bas 2 Zenuwcellen en zenuwen

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Zenuwcellen en zenuwen

Planning

herhalen (5 min)

uitleg + filmpje (10 min)

Aantekening (5 min)

Opdrachten/huiswerk

Leerdoelen 

- Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen

- Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.

- Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken

Het verschil tussen zintuigen en prikkels. Sleepvraag 

Zintuigen

Prikkels

Lichtzintuig

Gehoor- zintuig

Reukzintuig

Smaakzintuig

Warmtezintuig

Muziek luisteren

Appeltaart ruiken

Vuurwerk kijken

Een klap voelen

Snoep proeven

Zenuwcellen 

Impulsen verplaatsen via zenuwcellen.

Zenuwcel heeft cellichaam met celkern. 

Aan cellichaam 1 of meer uitlopers 

zenuwcellen

gevoelszenuwcel:

ontvangt impulsen van zintuigcel 

-->  geeft impulsen door aan schakelcel

schakel(zenuw)cel:

ontvangt impulsen van gevoelszenuwcel 

-->  geeft impulsen door aan andere schakelcel  of 

-->  geeft impulsen door aan bewegingszenuwcel

bewegingszenuwcel:

ontvangt impulsen van een schakelcel 

-->  geeft impulsen door aan spieren of klieren

Zenuw = een bundel uitlopers van zenuwcellen

dus: Zenuw > zenuwcel

Zenuwen

Bewegingszenuw: alleen uitlopers bewegingszenuwcellen

Gevoelszenuw: alleen uitlopers gevoelszenuwcellen

Gemengde zenuw: uitlopers van gevoel- en bewegingszenuwcellen

dus 

Welke type zenuwcellen kennen we?

Wat is een prikkel?

Wat is een impuls?

Wat doet een gevoelszenuwcel?

Wat doet een schakelcel?

Wat doet een bewegingszenuwcel?

Samenvatting/aantekening: basisstof 9.2 (zenuwcellen en zenuwen)

Zenuwcel: heeft een celkern en cellichaam met een of meer uitlopers. 

3 typen zenuwcellen: gevoelszenuwcel, schakelcel of bewegingszenuwcel 

Zenuw: bundel van uitlopers: beweging- gevoel- of gemengd

cellichaam: Ligt de celkern in

uitloper: Deel van een zenuwcel voor het doorgeven van impulsen, omgeven door een isolerend laagje.

Opdrachten en huiswerk

Lees in je boek bladzijde 110 t/m 115

Maak digitaal opdracht 1 t/m 3, 5 en 6

Maak in je boek/schrift  opdracht 4