8.2 Zenuwcellen en zenuwen

5. 2 Zenuwcellen en zenuwen
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5. 2 Zenuwcellen en zenuwen

Slide 1 - Diapositive

Terugblik!

Slide 2 - Diapositive

Een geluid is een voorbeeld van een prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Tastzintuigen reageren op lichte aanrakingen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Drukzintuigen liggen in de oren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

In de huid komt maar 1 type zintuig voor.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving door het maken van impulsen:
A
Hersenen
B
Zenuw
C
Spier
D
Zintuig

Slide 7 - Quiz

Wat is in de afbeelding van de hond en kat hiernaast in het rood afgebeeld?
A
Het zenuwstelsel
B
Het perifere zenuwstelsel
C
Het centrale zenuwstelsel
D
Het regelings systeem

Slide 8 - Quiz

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
hersenen

Slide 9 - Quiz

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 10 - Question ouverte

5. 2 Zenuwcellen en zenuwen

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
  • Je kunt beschrijven wat een zenuw is.

Slide 12 - Diapositive

Zenuwcellen
Verzenden van impulsen gaat via zenuwcellen
200 km/uur of sneller.

Zenuwcellen bestaan uit: Cellichaam met daarin een celkern en uitlopers

Slide 13 - Diapositive

Zenuwcellen
  • De cellichamen liggen meestal in het centrale zenuwstelsel of er dichtbij.
  • Aan het cellichaam zitten uitlopers (lange 'armpjes') door deze uitlopers gaan de impulsen.
  • Soms hebben zenuwcellen korte uitlopers, die verbinden de zenuwcellen met elkaar. 
  • Soms hebben ze één lange uitloper en de rest kort. De lange uitloper verbind de zintuigen, spieren of klieren met het centrale zenuwstelsel. 

Slide 14 - Diapositive

Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Schakelcellen
Schakelcel      Gevoelszenuwcel     Bewegingszenuwcel

Slide 15 - Diapositive

Gevoelszenuwcel
  • Van zintuigen naar Centraal zenuwstelsel
  • Cellichamen vlak bij (maar niet in) het centrale zenuwstelsel.
  • Een lange uitloper die impulsen naar cellichaam geleidt. 
  • Uitlopers van  cellichaam naar  centraal zenuwstelsel. 

Slide 16 - Diapositive

Bewegingszenuwcel
  • Van het centrale zenuwstelsel naar de spieren of klieren.
  • Een lange uitloper die de impulsen van het af cellichaam geleidt. 
  • Cellichamen in het centrale zenuwstelsel
Centrale zenuwstelsel
Spieren of klieren

Slide 17 - Diapositive

Schakelcel
  • Geleiden impulsen tussen zenuwcellen. 
  • Verbinden elkaar.
  • Verbinden gevoelszenuwcellen met bewegingszenuwcellen.
  • Liggen in het centrale zenuwstelsel

Slide 18 - Diapositive

Hoe werken zenuwcellen samen

Slide 19 - Diapositive

Zenuwen
Is een bundel uitlopers van zenuwcellen. 
Die uitlopers liggen bij elkaar: vormen een zenuw
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje
Om een zenuw zit bindweefsel

Slide 20 - Diapositive

Zenuwen
Duizenden uitlopers worden samengebundeld in een zenuw.
Gevoelszenuw: Alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuw: Alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
Gemengde zenuw: Uitlopers van gevoelszenuwcellen EN bewegingszenuwcellen

Slide 21 - Diapositive

Zenuwen
Meeste zenuwen zijn gemengde  zenuwen.
Zenuwen van je armen, benen en romp gaan naar het ruggenmerg. 
Zenuwen van hoofd en hals gaan naar de hersenstam

Slide 22 - Diapositive

Maak opdracht 7

Slide 23 - Diapositive

Nog eerst even wat oefenvragen!

Slide 24 - Diapositive

Wat voor gevolg heeft er voor een spier wanneer de uitloper van de bewegingszenuwcel doorgesneden wordt?

Slide 25 - Question ouverte

Waar liggen de cellichamen? Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip. 
Gevoelszenuwcel 
Bewegingszenuwcel 
Schakelcel 
vlakbij het centrale zenuwstelsel
In het centrale Zenuwstelsel
In het centrale zenuwstelsel

Slide 26 - Question de remorquage

Komen er in je hoofd uitlopers van gevoelszenuwcellen voor?

Slide 27 - Question ouverte

Waar liggen de schakelcellen?

Slide 28 - Question ouverte

Sleep de juiste betekenis naar het juiste begrip. 
Gevoelszenuwcel 
Bewegingszenuwcel 
Schakelcel 
impulsen van zintuigcel naar hersenen 
impulsen van hersenen naar spieren 
Impulsen van en naar beide zenuwcellen 

Slide 29 - Question de remorquage

Uit welke delen is een zenuwcel opgebouwd?

Slide 30 - Question ouverte

Welke drie typen zenuwcellen zijn er?

Slide 31 - Question ouverte

Wat is de functie van schakelcellen?
A
impulsen geleiden vanaf een zintuig naar het centrale zenuwstelsel
B
impulsen geleiden vanaf het c.z. naar een spier
C
impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel

Slide 32 - Quiz

Welke typen zenuwcellen zie je in de afbeelding hieronder?
huid
spier
bewegingszenuwcel
gevoelszenuwcel
schakelzenuwcel

Slide 33 - Question de remorquage

Aan het (huis) werk. 
Quayn 3.02. Zenuwcellen en zenuwen. 
timer
1:00

Slide 34 - Diapositive