Les 5 § 5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Cursus 5
Grammatica 
§ 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
les 1
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Cursus 5
Grammatica 
§ 5 persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
les 1

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Laptop
  • Schrift 
  • Pen
timer
2:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • huiswerk bespreken
  • lesdoel 
  • instructie
  • samen oefenen
  • zelfstandig werken
  • huiswerk
  • evaluatie

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk nakijken
Maken:
§ 3 opdracht 4 en 5 blz. 206-207





Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Nieuw lesdoel
  • je kunt persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen



Slide 10 - Diapositive

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Slide 11 - Diapositive

persoonlijk voornaamwoord
Enkelvoud
Meervoud
Verwijst naar iemand


Onderwerp
Ik houd van de ATM.


Ik, jij, je, u, hij, zij, ze, het
Houden jullie van de ATM?

Wij, we, jullie, u, zij, ze



Geen onderwerp
Ik ga samen met hem.

Mij, me, jou, je, u, hem, haar, het
Spreken we bij ons af? 


Ons, jullie, u, hun, hen, ze
Verwijst naar iets
Mag ik die nietmachine even, ik heb hem nodig. 
Luke heeft een nieuw kapsel. Ik vind het heel mooi.

Slide 12 - Diapositive

Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.

Slide 13 - Diapositive

bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?


mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw
zijn

Slide 14 - Diapositive

We bekijken de video-uitleg. 
We maken aantekeningen in ons schrift. 

Slide 15 - Diapositive

Even oefenen
  1. pak je laptop
  2. open Lessonup
  3. voer lescode in
  4. voer je naam in 
  5. leg je boek open op blz. 210-211

Slide 16 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk persoonlijk voornaamwoorden

Slide 17 - Carte mentale

Noem zoveel mogelijk bezittelijke
voornaamwoorden.

Slide 18 - Carte mentale

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Mijn, jouw, haar, uw, ons, jullie etc.
B
Ik, jij, hij, zij, wij, jullie etc.
C
Wijst iets aan: deze, die, dit en dat
D
Plakt twee zinnen aan elkaar

Slide 19 - Quiz

Zij heeft aan hem verkering gevraagd.

Het persoonlijk voornaamwoord is /
de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, aan
C
hem
D
zij, hem

Slide 20 - Quiz

Is 'hij' een persoonlijk voornaamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Ik heb ze van Madelon geleend.

Het persoonlijk voornaamwoord is / de persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
ik
B
ze
C
Madelon
D
ik / ze

Slide 22 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
A
hij
B
die
C
welke
D
hem

Slide 23 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Het boek is van mij
Mijn speelgoed
Hun tassen
Ik schrijf hun een brief
Jouw zus
De hond is van jou

Slide 24 - Question de remorquage

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 25 - Question de remorquage

Instructie huiswerk
Cursus 5
§ 5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
blz. 210 en 211 of online

opdracht 1 en 2

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maak:
Cursus 5 Grammatica  § 5 opdracht 1 en 2
blz. 210-211

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Opdrachten verbeteren § 3
lezen
timer
10:00

Slide 29 - Diapositive

Huiswerk
Datum:
dinsdag 26 september 

Maken:
§ 5 opdracht 1 en 2 moeten af zijn.



Slide 30 - Diapositive

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 31 - Diapositive