Wat moeten we nu echt weten?
Op je wisbordje:
1. Water wordt bijvoorbeeld gebruikt voor a..... b.....en c.....
2. Voorbeelden van bronnen waar dit water vandaan komt zijn a...., b.... en c....
3. Een rivier is een voorbeeld van oppervlaktewater / grondwater.
4. Een regenrivier heeft het meeste water in de zomer/ winter.
5. Een gletsjerrivier heeft het meeste water in de zomer / winter.
6. Een rivier die bijna het hele jaar door droog staat heet een ....
7. De Maas is een voorbeeld van een gletsjerrivier/ regenrivier/ gemengde rivier.
8. De Rijn is een voorbeeld van een gletsjerrivier/ regenrivier/ gemengde rivier.
9. Een aquifer bevat hernieuwbaar/ niet hernieuwbaar water.
10. De regel is dan ook ....