Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
De frontoffice
Slide 1 - Diapositive
Hoe heet een vraag die je tijdens het gesprek gebruikt om te controleren of je de gast goed begrepen hebt?
A
Keuzevraag
B
Controlevraag
C
Gesloten vraag
Slide 2 - Quiz
Hoe heet een vraag die je gebruikt om korte antwoorden op te krijgen, meestal in de vorm van ja of nee?
A
Gesloten vraag
B
Controlevraag
C
Keuzevraag
Slide 3 - Quiz
Hoe heet een vraag waarbij je iemand twee keuzes voorlegt?
A
Gesloten vraag
B
Keuzevraag
C
Controlevraag
Slide 4 - Quiz
Blender
A
Keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren
B
Of blender om mee te pureren
C
Of universele keukenmachine om grote hoeveelheden producten mee te snijden en te raspen.
Slide 5 - Quiz
Groentesnijmachine
A
Of universele keukenmachine om grote hoeveelheden producten mee te snijden en te raspen
B
Of blender om mee te pureren
C
Keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren
Slide 6 - Quiz
Staafmixer
A
Keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren
B
Of universele keukenmachine om grote hoeveelheden producten mee te snijden en te raspen
C
Een elektrisch handgereedschap om snel mee te roeren, klutsen, mixen of pureren.
Slide 7 - Quiz
Tafelmixer
A
Keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren
B
Of universele keukenmachine om grote hoeveelheden producten mee te snijden en te raspen.
C
Of blender om mee te pureren
Slide 8 - Quiz
Waar gebruik je de LSD-techniek voor?
A
Als non-verbaal signaal
B
Om een gesprek goed te leiden
C
Om producten te verkopen
Slide 9 - Quiz
In deze wet staat dat er geen alcohol mag worden verkocht aan jongeren onder de 18 jaar
A
Alcoholwet
B
Warenwet
C
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Slide 10 - Quiz
Deze wet beschermt persoonsgegevens.
A
Warenwet
B
Alcoholwet
C
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Slide 11 - Quiz
Aan de hand van deze wet controleert de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) voedingsmiddelen en andere artikelen op veiligheid.
A
Warenwet
B
Alcoholwet
C
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Slide 12 - Quiz
De 'voorkant van het kantoor', je hebt direct contact met gasten, bijvoorbeeld een ontvangstbalie heet het
A
frontoffice
B
backoffice
Slide 13 - Quiz
Het kantoor waar achter de schermen gasten- en bedrijfsadministratie wordt uitgevoerd: Bijvoorbeeld rekeningen maken, heet het
A
frontoffice
B
backoffice
Slide 14 - Quiz
Hoe heet het in een gesprek proberen een product of dienst te verkopen dat/die het beste aansluit bij de behoefte van de gast?
A
Vrijblijvende offerte
B
Verkoopgesprek
C
Doorverbinden
Slide 15 - Quiz
Hoe heet het als je iemand aan de telefoon doorgeeft aan iemand anders?
A
Verkoopgesprek
B
Doorverbinden
C
Vrijblijvende offerte
Slide 16 - Quiz
Kies alle voorbeelden van non-verbale signalen.
A
Glimlachen
B
Zwaaien
C
Bellen
D
Fluisteren
Slide 17 - Quiz
Als een klant informatie aanvraagt zonder dat ze al iets besloten hebben, geef je ze wat?
A
Vrijblijvende offerte
B
Verkoopgesprek
C
Doorverbinden
Slide 18 - Quiz
Wat is het verschil tussen een tafelmixer en een blender?
A
Er is geen verschil.
B
Een tafelmixer is een elektrisch handgereedschap om snel mee te roeren, klutsen, mixen of pureren. Een blender is een keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren.
C
Een blender is een elektrisch handgereedschap om snel mee te roeren, klutsen, mixen of pureren. Een tafelmixer is een keukenmachine om groenten en fruit mee te pureren.
Slide 19 - Quiz
Het verkopen van bijverextra producten heet
A
bijverkoop
B
meerverkoop
Slide 20 - Quiz
Het verkopen van duurdere of uitgebreidere producten heet
A
bijverkoop
B
meerverkoop
Slide 21 - Quiz
Wie werkt bij de frontoffice?
A
een kok
B
een receptionist
C
een bartender
Slide 22 - Quiz
Fiona eet in een Japans restaurant. Na afloop is ze niet zo tevreden.
Fiona heeft een klacht over het eten. Ze wilde graag sushi eten, maar dat staat niet op de kaart in het restaurant.
Wat is de oorzaak van haar klacht?
A
door de kwaliteit van de producten
B
door verkeerde verwachtingen
C
door de kwaliteit van de dienstverlening
Slide 23 - Quiz
Fiona eet in een Japans restaurant. Na afloop is ze niet zo tevreden.
Fiona heeft een klacht over het eten. De vis in de sushi was niet vers.
Wat is de oorzaak van haar klacht?
A
door de omgeving
B
door de kwaliteit van de producten
C
door verkeerde verwachtingen
Slide 24 - Quiz
Informatiegesprek
A
Een gast belt en wil weten of er vanavond live muziek is.
B
Een gast belt en wil een tafel voor 2 personen voor de lunch morgen.
C
De gast wil na afloop van het diner een doosje van de bonbons kopen die jij geserveerd hebt.
D
De gast heeft bij je geluncht maar is ontevreden over de service.
Slide 25 - Quiz
Reserveringsgesprek
A
Een gast belt en wil weten of er vanavond live muziek is.
B
De gast wil na afloop van het diner een doosje van de bonbons kopen die jij geserveerd hebt.
C
Een gast belt en wil een tafel voor 2 personen voor de lunch morgen.
D
De gast heeft bij je geluncht maar is ontevreden over de service.
Slide 26 - Quiz
Verkoopgesprek
A
De gast wil na afloop van het diner een doosje van de bonbons kopen die jij geserveerd hebt.
B
De gast heeft bij je geluncht maar is ontevreden over de service.
C
Een gast belt en vraagt welke mogelijkheden er op de kaart staan voor zijn collega die een lactose intolerantie heeft.
D
Een gast belt en wil een tafel voor 2 personen voor de lunch morgen.
Slide 27 - Quiz
Klachtgesprek
A
De gast heeft bij je geluncht maar is ontevreden over de service.
B
Een gast belt en wil weten of er vanavond live muziek is.
C
De gast wil na afloop van het diner een doosje van de bonbons kopen die jij geserveerd hebt.
D
Een gast belt en vraagt welke mogelijkheden er op de kaart staan voor zijn collega die een lactose intolerantie heeft.
Slide 28 - Quiz
Adviesgesprek
A
De gast heeft bij je geluncht maar is ontevreden over de service.
B
Een gast belt en wil een tafel voor 2 personen voor de lunch morgen.
C
Een gast belt en wil weten of er vanavond live muziek is.
D
Een gast belt en vraagt welke mogelijkheden er op de kaart staan voor zijn collega die een lactose intolerantie heeft.
Slide 29 - Quiz
Anjali is manager van een restaurant. Op Moederdag serveert het restaurant een speciaal menu. Anjalie wil een flyer laten maken om reclame te maken voor deze actie. Daarom heeft zij een aantal offertes opgevraagd. Ze heeft wel haast. Ze moet de flyers namelijk volgende week verspreiden.
Waar moet Anjali vooral op letten bij de leveringsvoorwaarden van de verschillende offertes?
A
Op de betalingstermijn.
B
Op de levertijd.
C
Op de prijs.
D
Op de mogelijkheid om producten terug te sturen
Slide 30 - Quiz
Wat is een goede vraag als je afscheid neemt van een beller?
A
Heeft u nog andere vragen?
B
Wilt u iets leuks doen vandaag?
C
Wilt u liever sportief bezig zijn?
Slide 31 - Quiz
Wat is een goede als je het doel van een gesprek met een gast wilt bepalen?
A
Heeft u nog andere vragen?
B
Wilt u iets leuks doen vandaag?
C
Bent u geïnteresseerd in informatie over onze activiteiten?