Voedselbederf en houdbaarheid

Voedselbederf
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Voedselbederf

Slide 1 - Diapositive

Deze les
Filmpjes en opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je weet wat schimmels en bacteriën doen met voedsel
Je kan verschillende manieren noemen hoe je voedselbederf kunt voorkomen
Je kent twee soorten houdbaarheidsdata
Je weet wat er op een etiket van een voedingsmiddel moet staan

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Voedselbederf
Schimmels en bacteriën groeien in het voedsel

Ze leven van voedingsstoffen in het voedsel. 

Slide 5 - Diapositive

Schimmels
groene, grijze of witte pluizige vlekken op je eten.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Bacteriën
Zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien

Je kan soms wel zien, ruiken of proeven dat het bedorven is

Slide 8 - Diapositive

Schimmels
komen vooral voor bij 
  • brood
  • fruit
Bacteriën
Komen vooral voor bij
  • vlees
  • melk
  • vis

Slide 9 - Diapositive

0

Slide 10 - Vidéo

Wat de video die je hebt gekeken samen

Slide 11 - Question ouverte

Voedselinfectie en vergiftiging
Ziekmakende schimmels en bacteriën.
Buikpijn, braken of diarree
Vaak kip, kant-en-klare rauwkostsalades en eieren
Vergiftiging kort en hevig. Vaak door gifstoffen van de bacteriën en schimmels. Je lichaam werkt alles naar buiten. Als het eruit is is het klaar.
Infectie vaak langer ziek van het organisme zelf.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen een voedselvergiftiging en een voedselinfectie

Slide 14 - Question ouverte

Schimmels vermeerderen

Slide 15 - Diapositive

Schimmels
Bestaan uit schimmeldraden (dunne draden)
Op draden ontstaan bolletjes met sporen

Slide 16 - Diapositive

Bacteriën
Eén cel
Vermeerderen door celdeling

In korte tijd onstaan duizenden bacteriën

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Bacteriën kunnen snel groeien. Je ziet hier 1 deling.

1 bacterie deelt zich in een half uur. Hoeveel bacteriën zijn er na 2 uur?
A
4
B
8
C
16
D
32

Slide 19 - Quiz

Conserveren
Een manier om te voorkomen dat schimmels en bacteriën op het voedsel vermeerderen
Schimmels en bacteriën worden gedood, of de leefomstandigheden worden zo slecht dat ze niet kunnen vermeerderen

Slide 20 - Diapositive

Conserveren
Het langer houdbaar maken van verse producten

Slide 21 - Diapositive

Leefomstandigheden slecht maken

  1. Voedsel verhitten: steriliseren of pasteuriseren
  2. Koelen en vriezen
  3. Stoffen toevoegen aan voedsel: conserveermiddel
  4. Vacuüm (luchtdicht) of met een speciaal gaas (gasverpakken) verpakken
  5. Voedsel drogen

Slide 22 - Diapositive

Wat hoort NIET bij voedsel bewaren?
A
drogen
B
in blik
C
invriezen
D
in water leggen

Slide 23 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Koelen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 24 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 25 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Drogen
B
Steriliseren
C
Pasteuriseren
D
Luchtdicht verpakken

Slide 26 - Quiz

Welke manier van conserveren zie je hier?
A
Geen
B
Luchtdicht verpakken
C
Gasverpakken
D
Met conserveermiddelen

Slide 27 - Quiz

 Lang verhitten op 100 graden C
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Conserveren
Pasteuriseren

Slide 28 - Question de remorquage

Houdbaarheidsdata
THT > tenminste houdbaar tot
Producten die niet snel bederven

Te gebruiken tot
Producten die snel bederven
Moet vóór deze datum worden gegeten

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Dit logo zie je steeds vaker. Hoort dit bij producten met een tht datum of een tgt datum.
Leg je antwoord uit.

Slide 31 - Question ouverte

Etiket
Soort product
Ingrediënten
Ingrediënten die overgevoeligheid kunnen veroorzaken
Hoeveelheid
Houdbaarheidsdatum
Naam en adres van de fabrikant
Partijcode

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Wat is een E-nummer

Slide 34 - Question ouverte

E- nummers zijn slecht voor je
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz

Ga zelf aan de slag
Lezen BS 5 en BS 8 van thema 2
Maken BS 5 opdr 1,2, 6 en 10
Maken opdr. 1,2,3 

Slide 36 - Diapositive