7.1 Nieuwe ideeen over samenleven (A)

     Tijd van Pruiken en Revoluties (1700-1800) 
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

     Tijd van Pruiken en Revoluties (1700-1800) 

Slide 1 - Diapositive

Tijd van Pruiken en Revoluties
7.1 Nieuwe ideeen over samenleven (A)

Slide 2 - Diapositive

Kenmerkende aspecten tijdvak 7
27. Rationeel optimisme en "verlicht denken" dat werd toegepast op alle terreinen  van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen. 

28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)

29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. 

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen 

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeen beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeën benoemen en uitleggen, waaronder de trias politica en het sociaal contract. 



Slide 4 - Diapositive

In de 17e eeuw bracht de wetenschappelijke revolutie veel nieuwe kennis over mensen, de natuur en de wereld. Veel ontdekkingen waren tot stand gekomen door onderzoek en logisch redeneren. 


Slide 5 - Diapositive

Filosofen nemen deze denkwijze over. Als het gebruik van ratio (het verstand, de rede) door natuurwetenschappers zulke grote positieve gevolgen had, zou dat dan ook niet gelden voor het bestuderen van de mens en de samenleving? Dit noemen we rationeel optimisme

Rationeel optimisme: de overtuiging dat er een betere en eerlijker samenleving kon worden ontwikkeld. 


Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Verlichte filosofen gingen vaak uit van vragen. Waarom hadden vorsten zo veel macht? Waarom schreef de kerk zo veel regels voor? Waarom was er ongelijkheid? 

In de verlichting wordt nagedacht over een betere samenleving op gebied van politiek, filosofie, wetenschap, geloof, economie, sociale verhoudingen, onderwijs, misdaad en straf. 

Slide 10 - Diapositive

Voltaire (1694-1778)
Voltaire had kritiek op de Katholieke kerk, die volgens hem bijgeloof en intolerantie verspreidden. Voltaire was een deïst. Hij geloofde in God, maar hij geloofde dat God niet meer actief was in de wereld. Het beste machtssysteem was volgens Voltaire verlicht absolutisme. Dat houdt in dat een koning, die verlicht denkt, goede beslissingen neemt voor het volk. Alleen goedopgeleide mensen kunnen deel uitmaken van het bestuur, de rest is daar volgens Voltaire te dom voor. 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

John Locke (1632-1704)
Koning krijgt niet de macht van God, maar van het volk! Zorg dus goed voor het volk. 

Mensen moeten onderling een sociaal contract sluiten: denkbeeldig verdrag waarbij ze afspreken politieke eenheid te zijn. Hier mag je bestuurders kiezen en bij slecht functioneren afzetten. 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Rousseau (1712-1778)
Volkssoevereiniteit: macht ligt bij het volk! De minderheid moet zich voegen naar de meerderheid. 
Montesquieu (1689-1755)
Scheiding van de machten (Trias Politica) om 
machtsmisbruik te voorkomen. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Madame Geoffrin ontvangt in 1775 in haar Parijse salon beroemde kunstenaars, wetenschappers en filosofen. 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Huiswerk: 

Opdrachten 1 t/m 4 op pagina 126 (Intro, zie blz 123)

Slide 28 - Diapositive

1. Je kunt het ontstaan van verlichte ideeen beschrijven en verklaren.

2. Je kunt meerdere verlichte ideeen benoemen en uitleggen. 



Slide 29 - Diapositive