Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Les 20, Taal, telefoongesprekken 2
Slide 1 - Diapositive
Goede en slechte voorbeelden
Je krijgt nu een aantal goede en slechte voorbeelden te horen.
Slide 2 - Diapositive
Afmelden voor een stage
Fietsenzaak
Slide 3 - Diapositive
Is dit een goed of slecht voorbeeld van een telefoongesprek (van de stagiaire)
Goed
Slecht
Slide 4 - Sondage
Welke dingen gingen er goed in dit gesprek?
Slide 5 - Carte mentale
Welke dingen gingen er niet goed in dit gesprek?
Slide 6 - Carte mentale
Vragen voor vakantiebaan op stage.
Vakantiebaan
Slide 7 - Diapositive
Is dit een goed of slecht voorbeeld van een telefoongesprek (van de stagiaire)
Goed
Slecht
Slide 8 - Sondage
Wat ging er goed in dit gesprek?
Slide 9 - Carte mentale
Wat kon er beter?
Slide 10 - Carte mentale
Vragen voor een stageplek
RD4 stage
Slide 11 - Diapositive
Is dit een goed of slecht voorbeeld van een telefoongesprek (van de stagiaire)
Goed
Slecht
Slide 12 - Sondage
Wat ging er goed?
Slide 13 - Carte mentale
Welke tips heb je?
Slide 14 - Carte mentale
Te laat op school
Verslapen
Slide 15 - Diapositive
Is dit een goed of slecht voorbeeld van een telefoongesprek (van de stagiaire)
Goed
Slecht
Slide 16 - Sondage
Wat ging er goed?
Slide 17 - Carte mentale
Welke tips heb je voor de leerling?
Slide 18 - Carte mentale
Oproep gaat mis
Verkeerd verbonden
Slide 19 - Diapositive
Het verkeerde nummer, goed of slecht afgehandeld van het gesprek?
A
Slecht
B
Goed
Slide 20 - Quiz
Dit waren allemaal voorbeelden waarbij we moesten letten op degene die belt..
Het kan op een stage ook voorkomen dat jij de telefoon moet opnemen en een klant te woord moet staan. Luister maar eens.
Slide 21 - Diapositive
Je loopt stage in de frituur. Een klant belt voor een bestelling te laten bezorgen. Welke info moet jij krijgen / vragen?
Slide 22 - Carte mentale
Frituur van Pietje
Je gaat nu naar het fragment luisteren. Jij bent degene die de telefoon opneemt. Schrijf alle informatie op die je nodig hebt van de klant (opdracht 2 werkboekje)