3.4 energie en meten

Paragraaf 3.4 
Energie en Meten
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Paragraaf 3.4 
Energie en Meten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Significante cijfers??!

Slide 3 - Diapositive

                 Wat is de lengte van de schroef in cm?

Slide 4 - Diapositive

De lengte van de schroef
De kleinst mogelijk af te lezen maat op de liniaal  is de millimeter. 

Als de schroef net iets langer is dan 1,5cm maar iets korter dan 1,6cm dan moet je gokken of dit 1,51cm, 1,52cm, 1,53cm, 1,54cm etc is. 

Je kunt nooit zeggen dat de schroef  1,53481 cm is




Slide 5 - Diapositive

Wat zegt 1,5cm of 1,50cm over de schroef?
   1,5cm = 1,45 - 1,54cm
1,50cm = 1,495 - 1,504cm

Een voorwerp dat 1,483 cm lang is kan dus wel als 1,5cm worden genoteerd (want 1,483 afgerond op 1 decimaal is 1,5cm), maar niet als 1,50cm (want 1,483cm afgerond op 2 decimalen is 1,48cm)

Slide 6 - Diapositive

Wat zegt 1,5cm over de schroef?
1,5cm betekent dat de schroef minimaal 1,45cm lang is en maximaal 1,54cm lang, want afgerond op 1 decimaal is dit namelijk 1,5cm.

Als de schroef 1,55 cm is dan is de schroef 1,6 cm. 

1,4cm = 1,35-1,44cm
1,5cm = 1,45-1,54cm
1,6cm = 1,55-1,64cm


Slide 7 - Diapositive

Mevrouw Vrolijk is 168,2 cm lang. Welke afronding kan kloppen?
A
Mevrouw vrolijk is 2m lang
B
Mevrouw vrolijk is 1,6m lang
C
Mevrouw vrolijk is 1,69m lang
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 8 - Quiz

Antwoord vraag lengte mevr. Vrolijk
168,2cm = 1,682m

2m = 1,5-2,4m alle waarden hier tussen worden afgerond op 2 meter als er moet worden afgerond op hele getallen. 1,682m valt tussen deze waarden. 

1,6m = 1,55-1,64m dus niet 1,682m

1,69m = 1,685-1,694m dus niet 1,682m

 

Slide 9 - Diapositive

Nauwkeurigheid van een meetinstrument
De nauwkeurigheid en het significante cijfers dat je kunt geven hangt af van de precisie van je meetinstrument. 

Met de liniaal kun je het aantal centimeters en millimeters prima aflezen
De schuifmaat meet in tiende en honderdste van een millimeter nauwkeurig 

Slide 10 - Diapositive

                 Wat is de lengte van de schroef in cm?
Meetinstrument 1: liniaal

Slide 11 - Diapositive

wat is de lengte van de schroef in cm?




                         de schuifmaat staat ingesteld op mm
schroef

Meetinstrument 2: schuifmaat

Slide 12 - Diapositive

Significantie
Alle getallen voor en na de komma tellen mee voor het aantal significante cijfers. 
Behalve: bij getallen tussen de -1 en 1.  De nullen ervoor tellen niet mee.

1,45cm bestaat uit 3 significante cijfers
8732 bestaat uit 4 significante cijfers

0,0056 bestaat dus uit 2! significante cijfers!!!

Slide 13 - Diapositive

Decimalen
Het aantal decimalen is het aantal cijfers dat zich na de komma bevindt.

2.345,78 heeft dus 2 decimalen (6 significante cijfers)
0,00876 heeft dus 5 decimalen (3 significante cijfers)

Slide 14 - Diapositive

Uit hoeveel significante cijfers bestaat 0,0678
A
3
B
4
C
5
D
Weet ik niet

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel decimalen bestaat 0,0678
A
3
B
4
C
5
D
Weet ik niet

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel decimalen bestaat 1,031
A
2
B
3
C
4
D
Weet ik niet

Slide 17 - Quiz

Uit hoeveel significante cijfers bestaat 1,031
A
2
B
3
C
4
D
Weet ik niet

Slide 18 - Quiz

Op hoeveel decimalen
nauwkeurig Kan deze weegschaal
meten?
A
2
B
3
C
4
D
Weet ik niet

Slide 19 - Quiz

Schrijf 3,4km om naar meter met tien machten, zodat de significantie blijft kloppen!

Slide 20 - Question ouverte

antwoord vraag omschrijven km naar m
3,4 km  = 3400 m, maar het aantal significante cijfers moet gelijk blijven aan het oorspronkelijke getal (3,4km is 2 significante cijfers) dus: 3,4 x 10^3m

Slide 21 - Diapositive

Rekenregels voor significante cijfers
Optellen 

Bij optellen en aftrekken kijk je naar het aantal decimalen


Vermenigvuldigen 

Bij vermenigvuldigen en delen kijk je naar het kleinste aantal significate cijfers.

Slide 22 - Diapositive

Voorbeeld optellen
je maakt op dezelfde dag twee ritten op twee verschillende fietsen. Eerst leg je een afstand af die volgens een kaart  30 km is, daarna rij je op een andere fiets, die een fietscomputer heeft, een stuk dat 7,13 km lang is. Kun je dan zeggen dat je die dag bij elkaar 37,13 km hebt gefietst? 
Tekst

Slide 23 - Diapositive

Wet van behoud van energie
Energie gaat nooit verloren! Het wordt omgezet naar andere energie.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk

Slide 28 - Diapositive