Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Jong en oud
Keuzes van Sofie
Samenwerken of niet
Dominante strategie
Slide 1 - Diapositive
Keuzestress
Doorstuderen of werken
Werken bij supermarkt of restaurant
Meer geld of meer vrije tijd
Lezen bladzijde 4
Maak opgaven
timer
8:00
Slide 2 - Diapositive
Wat is hier de dominante strategie voor H&M?
Slide 3 - Diapositive
Dominante strategie: wel uitverkoop
Slide 4 - Diapositive
Dominante strategie
De keuze die je maakt ongeacht de keuze van de ander
In beide gevallen kies je voor hetzelfde
Slide 5 - Diapositive
Wat is hier de dominante strategie voor Shoeby?
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Dominante strategie: wel uitverkoop
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Gevangenendilemma = De uitkomst van het spel is niet optimaal. Er is een uitkomst die voor beide partijen beter is. Om dit te bereiken moet samengewerkt worden
Slide 10 - Diapositive
zelfbinding
Bij zelfbinding ‘bindt’ een partij zich vrijwillig aan het maken van een bepaalde keuze.
Zelfbinding wordt geloofwaardiger als de ander weet dat jij bij het breken van je belofte nadeel zult ondervinden, zal de belofte eerder geloofd worden.
Slide 11 - Diapositive
Zelfbinding
Er is sprake van zelfbinding als een partij vrijwillig afwijkt van zijn dominante strategie.
Bij zelfbinding ‘bindt’ een partij zich vrijwillig aan het maken van een bepaalde keuze.
Zelfbinding kan op allerlei manieren, maar wordt voor de tegenpartij pas geloofwaardig wanneer er kosten verbonden zijn aan het niet-uitvoeren van de voorgenomen strategie.
https://www.economielokaal.nl/zelfbinding/
Slide 12 - Diapositive
Maken huiswerk
Hoofdstuk 1: t/m 1.10
Hoofdstuk 2: 2.1 t/m 2.3
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Nu gaan we zelf aan de slag!
Jong en Oud, hoofdstuk 1.2:
Opgave 1.4 en 1.5
Slide 16 - Diapositive
Nakijken met namenrad
Het rad draait een naam. Die gaat zijn/haar antwoorden geven van de opdracht. Waarom heb je deze antwoorden gegeven?