Paragraaf 5 inzicht in....schaarste en ruil

programma
herhaling paragraaf 4
huiswerk paragraaf 4
kort filmpje paragraaf 5 en vervolgens maken
tijd over maak test jezelf
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

programma
herhaling paragraaf 4
huiswerk paragraaf 4
kort filmpje paragraaf 5 en vervolgens maken
tijd over maak test jezelf

Slide 1 - Diapositive

Welke dag is het vandaag?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

de intrinsieke waarde is de waarde van geld die op het biljet/munt staat
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Als geld wordt gebruikt om de waarde van goederen en diensten aan te geven dan is het?
A
een betaalmiddel
B
giraal geld
C
een rekenmiddel
D
chartaal geld

Slide 6 - Quiz

Geldfuncties
Niki zit in havo 3 en werkt in de zomervakantie bij de H&M-winkel in Breda.
Per uur verdient Niki € 5 bruto (a). Netto houdt ze € 4,50 per uur over (b),
zodat ze bij 40 uur werken 40 × € 4,50 = € 180 (c) per week zal ontvangen.
Hiervan zet ze € 150 op een spaarrekening (d). De rest maakt Niki op aan
uitgaan (e). Ze spaart voor een fel begeerde auto, die ze over 3 maanden
wil kopen. Deze staat nu te koop voor € 1.000 (f).

De functie bij (c) is ........ en bij (d) is ........ .

A
c = ruilmiddel en d = spaarmiddel
B
c = rekenmiddel en d = spaarmiddel
C
c = spaarmiddel en d = spaarmiddel
D
c = spaarmiddel en d = spaarmiddel

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen we het als je iets koopt met cash geld?
A
Directe ruil, giraal geld.
B
indirecte ruil, giraal geld.
C
Directe ruil, chartaal geld.
D
Indirecte ruil, chartaal geld.

Slide 8 - Quiz

Op mijn rekening staat € 100.
Is dit chartaal geld of giraal geld?
A
chartaal
B
giraal
C
geen van beide
D
beide

Slide 9 - Quiz

huiswerk
paragraaf 4

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

huiswerk maken paragraaf 5
inzichtvragen 1 t/m 3

ben je klaar ga dan digitaal test jezelf maken over de eerder gemaakt paragrafen.

Slide 12 - Diapositive