TV 45 - spellingcontrole

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag H45 
Je leert hoe je spelling controle in een tekstverwerkingsprogramma (zoals word of docs) gebruikt en toch goed Nederlands schrijft. 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen?
-absenten
- huiswerk nakijken
-uitleg H45

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

En nu hst 45

Slide 6 - Diapositive

Wat is hier fout?
Er staat een paart in de wij.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Spellingcontrole 
SUPERNUTTIG maar het heeft zijn beperkingen want de controle herkent niet alles. 

Hierna volgen veelvoorkomende fouten. 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

HUISWERK
Leren H45
Maak opdracht 1 t/m 5 SERIEUS! 

Slide 17 - Diapositive

Goed of fout?
De ingelijste foto van haar kinderen.
Ingelijste?
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quiz

Goed of fout?
De DSM is leidend bij psychische stoornissen. Leidend?
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Goed of fout?
Na het overlijden van haar broer was zij in de rauw. Rauw?
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Goed of fout?
Een advertentie waarin ontblootte lijven te zien zijn. Ontblootte.
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Hoe moet het wel?
Daar loopt een blinde geleide hond
A
blinde geleidehond
B
blindengeleide hond
C
blindengeleidehond
D
blindegeleide hond

Slide 22 - Quiz

Hoe moet het wel?
Ik sta daar hoogst persoonlijk garant voor.
A
hoogstpersoonlijk
B
hoogstspersoonlijk
C
hoogstpersoonlijks

Slide 23 - Quiz

Hoe moet het?
Het verbaaste mij evenzeer als jouw.
A
Het verbaaste mij evenzeer als jouw.
B
Het verbaasde mij evenzeer als jouw.
C
Het verbaasde mij evenzeer als jou.
D
Het verbaaste mij evenzeer als jou.

Slide 24 - Quiz

Hoe moet het?
Van de verwoestte gebouwen staan de muren er noch.
A
Van de verwoeste gebouwen staan de muren er noch.
B
Van de verwoestte gebouwen staan de muren er nog.
C
Van de verwoeste gebouwen staan de muren er nog.
D
Van de verwoestte gebouwen staan de muren er noch.

Slide 25 - Quiz

Wat gaat hier mis?
Mijn oom is iemand wie met iedereen kan opschieten

Slide 26 - Question ouverte

Wat gaat hier mis?
Het publiek zit op het puntje van hun stoel.

Slide 27 - Question ouverte

Let op:
Dit is supermoeilijk.
Als je een officieel bericht moet schrijven, vraag eventueel een tweede lezer. 

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive