Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren - Paragraaf 4.4 Zenuwstelsel en 4.5 Reageren

4.4 Het zenuwstelsel en 4.5 Reageren
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

4.4 Het zenuwstelsel en 4.5 Reageren

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt de delen en functies van het zenuwstelsel noemen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen

Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen


Je kunt 3 typen zenuwcellen noemen met hun functies

Slide 6 - Diapositive

3 typen zenuwcellen

+ gevoelszenuwcellen

+ bewegingszenuwcellen

+ schakelcellen

Slide 7 - Diapositive

Gevoelszenuwcel

Slide 8 - Diapositive

Bewegingszenuwcel

Slide 9 - Diapositive

Schakelcel

Slide 10 - Diapositive

De hersenen

Slide 11 - Diapositive

Leerdoelen


Je kunt de hersendelen benoemen en hun functies


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Bewuste beweging
De grote hersenen sturen de spieren impulsen, waardoor je kunt bewegen. Dat heet BEWUSTE bewegingen. 

Intussen coördineren de kleine hersenen de volgorde waarin de spieren samentrekken.  

In het plaatje zie je wat er gebeurt in het zenuwstelsel. 

1. Impulsen vanaf de voet gaan via de zenuwen en het ruggenmerg naar de grote hersenen. 
2. In de grote hersenen komen de impulsen aan. Op dat moment ben je bewust van de pijn in je voet. 
3. Impulsen vanaf de grote hersenen gaan vanaf de grote hersenen via de zenuwen naar de spieren, zodat je kunt reageren. 


Slide 15 - Diapositive

Geef de juiste volgorde van een bewuste beweging
A
Prikkel - zintuig - impuls - grote hersenen - impuls - spier
B
Prikkel - zintuig - impuls - kleine hersenen - impuls - spier
C
Prikkel - zintuig - impuls - hersenstam - impuls - spier

Slide 16 - Quiz

Je voet optillen, zodat je je veters kunt strikken.

Is dit een bewuste of onbewuste beweging?
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 17 - Quiz

Wat is nog meer een voorbeeld van een ONBEWUSTE reactie?

Slide 18 - Question ouverte

Onbewuste bewegingen
Je hand snel wegtrekken omdat je je brand, doe je zonder erbij na te denken. Het is een ONBEWUSTE beweging. 

Zo'n onbewuste, snelle beweging, heet een reflex. Bij een onbewuste beweging komen de impulsen niet bij  de hersenen.  



Reflexen van je armen, benen en romp gaan via het ruggenmerg.

Reflexen in je hoofd en hals gaan via de hersenstam.

Slide 19 - Diapositive

Zodra je eten achter op je tong krijgt, slik je het door.

Is dit een bewuste of onbewuste beweging?
A
Bewuste beweging
B
Onbewuste beweging

Slide 20 - Quiz

Wat is nog meer een voorbeeld van een BEWUSTE reactie?

Slide 21 - Question ouverte

Bewuste reactie
Reflex
Niet via hersenen
Wel via hersenen
Denk je niet bij na
Denk je wel bij na
Doe je onbewust
Doe je bewust
Beschermt je lichaam tegen verdere schade

Slide 22 - Question de remorquage

Bewust of onbewust? 
Bewust
Onbewust
Rennen
Schrijven
Niezen
Watertanden
Zwaaien
Pupil reflex

Slide 23 - Question de remorquage

Aan het werk
Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren
Paragraaf 4.4 Zenuwstelsel
Maken opdracht 1 t/m 30 (blz. 39 t/m 53)
+
Paragraaf 4.5 Reageren
Maken opdracht 1 t/m 22 (blz. 54 t/m 65)

BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 4.4 en 4.5
OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Lien