Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Basisstof 1
Slide 1 - Diapositive
Elk chromosoom bevat
A
één gen
B
meerdere genen
Slide 2 - Quiz
Een allel is een variant van een
A
chromosoom
B
gen
Slide 3 - Quiz
De informatie die opgeslagen zijn in je chromosomen noem je het
A
genotype
B
fenotype
Slide 4 - Quiz
Het ..... kan beïnvloed worden door het milieu
A
genotype
B
fenotype
Slide 5 - Quiz
Hoeveel chromosomen?
Hoeveel chromosomen?
Hoe heet dit proces?
Hoe heet dit proces?
Hoe heet dit proces?
Hoeveel chromosomen?
46
46
23
meiose
mitose
bevruchting
Slide 6 - Question de remorquage
Basisstof 2
Slide 7 - Diapositive
Een persoon die in elke celkern twee allelen heeft voor steil haar, is voor deze eigenschap
A
heterozygoot
B
homozygoot
Slide 8 - Quiz
Een persoon die in elke celkern twee allelen heeft voor krullend haar, is voor deze eigenschap
A
heterozygoot
B
homozygoot
Slide 9 - Quiz
en persoon die heterozygoot is voor de eigenschap haarvorm, heeft in elke celkern twee ..... allelen voor deze eigenschap.
A
dezelfde
B
verschillende
Slide 10 - Quiz
Een rode bloem met genotype ArAr kruist met een witte bloem met genotype AwAw. Zij krijgen een nakomeling met een intermediair fenotype, namelijk roze bloemen. Wat is de genotype van deze nakomeling?
A
AwAw
B
ArAr
C
ArAw
Slide 11 - Quiz
Een dominant allel wordt aangegeven met een..
A
hoofdletter
B
kleine letter
Slide 12 - Quiz
Krullend haar is dominant over stijl haar. Hans is heterozygoot voor haarvorm. welke haarvorm heeft Hans?