Dagboek les 3 (2 april)

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Zorg dat je startklaar bent
Nodig deze les: Chromebook, pen, dagboek, Kinderjaren, aantekeningenschrift. 
Welkom bij 
Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

  • Ik lees het boek Kinderjaren. 
  • Ik luister naar een gedicht over een kind uit de oorlog. 
  • Ik lees een artikel over mijn oorlog ter inspiratie voor mijn dagboek. 
  • Ik schrijf een stuk in mijn dagboek over mijn oorlog op basis van het gekozen artikel.
  • Ik leer de theorie over de bedrijvende en lijdende vorm. 

Slide 3 - Diapositive

Brief van de directie aan het kabinet
Er worden grote problemen voor de scholen verwacht de komende weken. Deze problemen moeten snel en grondig worden aangepakt. Gedwongen lesuitval van docenten en leerlingen kunnen niet voorkomen worden. Helaas moet er langer doorgewerkt in de zomervakantie worden om deze gemiste lessen aan te kunnen bieden. De overuren zullen niet extra worden vergoed. 

Slide 4 - Diapositive

Lijdende en bedrijvende vorm
  • Er worden grote problemen voor de  scholen verwacht de komende weken.
  • De schooldirecteuren verwachten grote problemen voor de scholen de komende weken.  

  • Deze problemen moeten snel en grondig worden aangepakt.
  • Het kabinet moet deze problemen snel en grondig aanpakken.




Slide 5 - Diapositive

Lijdende en bedrijvende vorm
  • De hond (o) eet een worst.
  • De worst (o) wordt (hww) door de hond (bwb) gegeten.

  • De jongen doet de lamp aan.
  • De lamp wordt aangedaan (door de jongen).




Slide 6 - Diapositive

Lijdende en bedrijvende vorm
Bekijk de volgende zinnen:
  1. De man koopt een computer.
  2. Een computer wordt door de man gekocht.

Zin 1 staat in de bedrijvende (actieve) vorm. In deze zin staat een werkwoordelijk gezegde (koopt), een onderwerp (de man) en een lijdend voorwerp (een computer).




H5 Grammatica zinsdelen. Wat is de lijdende en bedrijvende vorm?

Slide 7 - Diapositive

Lijdende en bedrijvende vorm
Bedrijvende zin kun je in een lijdende (of passieve) vorm (zin 2) zetten. Er veranderen drie dingen:
  1. Het lijdend voorwerp wordt onderwerp.
  2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
  3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.



H5 Grammatica zinsdelen. Bedrijvende vorm veranderen in lijdende vorm. 

Slide 8 - Diapositive

Bedrijvende vorm
Lijdende vorm
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht.

De bakker werd door de hond aangevallen.
Word jij later docent aardrijkskunde?

Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!

Heb jij al voor het proefwerk geleerd?

Slide 9 - Question de remorquage

Zet de zin om in de lijdende vorm:
"Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert gekocht."
Voor een groen balkje: zin staat in de toekomende tijd.

Slide 10 - Question ouverte

Het kind uit vijfenveertig - Anna Enquist

Mijn vader had twee levens. Eén
kort en vlammend, zonder mij. En één
daarna. Mijn vrijheid was een plicht.

Ik speelde in een pasgeboren luwte;
wat ik voor vol aanzag was innerlijk
ontwricht. Verhalen gingen onvoorspelbaar

dicht en vragen ketsten terug. Ik zweeg.
Als ik aan tafel zat stond er een horde
hol van honger in mijn rug. Ik at.

Hij nam een boot. Geen vijand kan
op open water schuilen. Mijn vader
klemde in zijn vuisten schoot en roer.

Gevangen in een cel van hout dwong
hij de vrede af. Hij vocht met storm.
Opluchting dreigde als een tweede dood.

Mijn vader had twee levens: één
sloeg zijn brandmerk in het ander
en het ander joeg een schaduw over mij.
Ik ging aan land, ik voel de wind
en in die schaduw ben ik vrij.

1995

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Dagboek schrijven
  • Lees je artikel voor inspiratie van een gebeurtenis. 
  • Klaar met lezen? Ga schrijven in je dagboek. 
  • Noteer de datum van vandaag: 2 april.
  • Schrijf een kort fragment van minimaal 150 woorden. 
  • Schrijf vanuit het perspectief van een kind in de oorlog en zorg voor zinnen in de bedrijvende vorm! 
  • Let tijdens het schrijven op leestekens, hoofdletters en (werkwoord)spelling. 
  • Zorg ervoor dat het netjes en leesbaar is!
  • Tekst in dagboek van iedere week wordt beoordeeld voor PO fictie. 
  • 20 minuten in stilte. 
timer
1:00

Slide 13 - Diapositive

Huiswerk 9 april
Zoek een artikel over 'jouw' oorlog en plak deze in je bestand met als titel: huiswerk 9 april. 
Lees de theorie van H5 formuleren
Maak van H5 formuleren startopdracht en opdracht 1. 

Slide 14 - Diapositive