Dagboek les 2 (26 maart)

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Zorg dat je startklaar bent
Nodig deze les: Chromebook, pen, dagboek, Kinderjaren, aantekeningenschrift. 
Welkom bij 
Nederlands

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

  • Ik lees het boek Kinderjaren. 
  • Ik lees een artikel over mijn oorlog ter inspiratie voor mijn dagboek. 
  • Ik schrijf een stuk in mijn dagboek over mijn oorlog op basis van het gekozen artikel.
  • Ik stel herhaal kort de theorie uit H5 en 6 woordenschat. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is het verschil tussen de twee zinnen? Antwoord in een volledige zin.
1. Ik heb een ticket voor PSV-Ajax.
2. Je vwo-diploma is je ticket naar een mooie toekomst.

Slide 4 - Question ouverte

H5 Woordenschat 
letterlijk - figuurlijk 
Letterlijk: woord gebruiken in context. 
Ik heb een ticket voor de wedstrijd PSV - Ajax. 

Figuurlijk: woord gebruiken als beeld, spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen. 
Het vwo-diploma wordt door velen gezien als een ticket voor een gouden toekomst. 

Slide 5 - Diapositive

Spreekwoord - uitdrukking
Je moet de spreekwoorden en uitdrukkingen wel kennen en de betekenis weten. 
Hoeft niet te herkennen welke van de twee het is. 

Slide 6 - Diapositive

Formuleer twee zinnen. Eén waarin je het woord 'draad' letterlijk gebruikt en één zin met een figuurlijke betekenis.

Slide 7 - Question ouverte

Hoe noem je vaste combinaties zoals voor de draad ermee, uit de brand helpen, etc.?

Slide 8 - Question ouverte

Collocaties
Vaste combinaties van woorden zoals:
  • Een besluit nemen
  • In de doofpot stoppen
  • Het volle pond betalen
  • Op stel en sprong
  • Paal en perk stellen
Je moet de vaste combinaties en hun betekenis kennen en kunnen gebruiken. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Om over na te denken tijdens het lezen ...
1. Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen in het boek die het leven van het kind in de
oorlog beïnvloeden?

2. Hoe wordt de emotie van het kind tijdens deze gebeurtenissen beschreven? 

3. Op welke manier veranderen de relaties van het kind met anderen als gevolg van de
oorlog?

Slide 11 - Diapositive

Dagboek schrijven
  • Lees je artikel voor inspiratie van een gebeurtenis. 
  • Klaar met lezen? Ga schrijven in je dagboek. 
  • Noteer de datum van vandaag: 26 maart.
  • Schrijf een kort fragment van ongeveer 100 woorden. 
  • Schrijf vanuit het perspectief van een kind in de oorlog. 
  • Probeer in je dagboek gebruik te maken van beeldspraak, zoals metaforen, vergelijkingen, hyperbool of understatement. 
  • Let tijdens het schrijven op leestekens, hoofdletters en (werkwoord)spelling. 
  • Zorg ervoor dat het netjes en leesbaar is!
  • Tekst in dagboek van iedere week wordt beoordeeld voor PO fictie. 
  • 20 minuten in stilte. 
timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk 2 april
Zoek een artikel over 'jouw' oorlog en plak deze in je bestand met als titel: huiswerk 2 april. 
Lees de theorie van H5 grammatica zinsdelen.
Maak van H5 grammatica zinsdelen opdracht 1 en 2.  

Slide 13 - Diapositive