wk 51: les 3

Woensdag 16 december - H2c
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: signaalwoorden en verbanden Blok 3+5, 4 verbindingsmanieren
  • Aan de slag!
timer
10:00
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Woensdag 16 december - H2c
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik: signaalwoorden en verbanden Blok 3+5, 4 verbindingsmanieren
  • Aan de slag!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Vorige les heb je geleerd...
...welke verbanden bij de signaalwoorden horen (Blok 5).
...hoe je de delen van een verband moet noteren.
...op welke 4 manieren alinea's met elkaar verbonden kunnen zijn.

Slide 2 - Diapositive

Deze les ga je...
...de stof van vorige lessen herhalen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
1. Met een signaalwoord
Het signaalwoord aan de begin van een alinea geeft het verband aan met de vorige alinea.

2. Door herhaling van een woord of woordgroep
Aan het begin van een alinea worden woorden of woordgroepen uit de vorige alinea herhaald.

Slide 5 - Diapositive

4 manieren om alinea's met elkaar te verbinden:
3. Door overgangszinnen met een verwijzing
In een van de eerste zinnen staat een verwijzing naar iets wat eerder is gezegd, in de vorm van een verwijswoord.

4. Door aankondigende zinnen
De zin/de zinnen aan het einde van een alinea vertellen wat je in de volgende alinea kunt verwachten.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Aan de slag!
Lees de tekst 'Deel niet-essentiële winkels toch open voor 'essentiële' zaken' en beantwoord de vragen op de volgende slides

Slide 8 - Diapositive

Noteer alle signaalwoorden uit alinea 1.

Slide 9 - Question ouverte

'maar' hoort bij...
A
uitspraak-tegenstelling
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
oorzaak-gevolg

Slide 10 - Quiz

'en', 'ook' horen bij...
A
uitspraak-vergelijking
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
oorzaak-gevolg

Slide 11 - Quiz

'hetzelfde' hoort bij...
A
uitspraak-voorbeeld
B
uitspraak-opsomming
C
middel-doel
D
uitspraak-reden

Slide 12 - Quiz

Op welke manier zijn alinea 1 en 2 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
herhaling woord(groep)
D
aankondigende zin

Slide 13 - Quiz

Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 14 - Question ouverte

Op welke manier zijn alinea 2 en 3 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
herhaling woord(groep)
D
aankondigende zin

Slide 15 - Quiz

Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 16 - Question ouverte

Op welke manier zijn alinea 3 en 4 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
herhaling woord(groep)
D
aankondigende zin

Slide 17 - Quiz

Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 18 - Question ouverte

Op welke manier zijn alinea 4 en 5 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
herhaling woord(groep)
D
aankondigende zin

Slide 19 - Quiz

Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 20 - Question ouverte

Op welke manier zijn alinea 5 en 6 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
verwijswoord
C
herhaling woord(groep)
D
aankondigende zin

Slide 21 - Quiz

Aan welk woord kun je dat zien?

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag!
Maak de vragen van de les van gisteren
wk 51: les 1+2
slide 31 t/m 53

Klaar? Ga zelf op zoek naar een tekst en bedenk soortgelijke vragen + antwoorden als slide 7 t/m 22

Slide 23 - Diapositive