Maak een goede zin 4. (En / of ) - diglin lijst 1 t/m 10

Maak goede zinnen. 
(opdracht 1 = herhaling les 1)
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Maak goede zinnen. 
(opdracht 1 = herhaling les 1)

Slide 1 - Diapositive

De zinnen van de eerste opdracht komen uit de vorige les. De zinnen zijn gemaakt met woorden uit Diglin lijst 1 t/m 8.
Maak een samengestelde zin.
Maak van 2 korte zinnen 1 lange zin.
Je pakt daarvoor een 'voegwoord'.
korte zin
korte zin
voeg-
woord

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een samengestelde zin.
Maak van 2 korte zinnen 1 lange zin.
Je pakt daarvoor een 'voegwoord'.
korte zin
korte zin
voeg-
woord
lange zin

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: 
Ik eet. Ik heb honger. 
Na zin 1 haal je de punt weg.
Zet een komma neer. 
Ik eet soep.
Ik eet rijst.
en
Ik eet soep en ik eet rijst

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: 
Ik eet soep. Ik eet rijst. 
Je mag de zin korter maken als het onderwerp en de persoonsvorm hetzelfde is.  
Ik eet soep.
Ik eet rijst.
en
Ik eet soep en ik eet rijst
Ik eet soep en rijst

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu zelf samengestelde zinnen. 

Gebruik het woordje 'want'.

Denk aan de hoofdletter, de komma en de punt! 
Maak nu zelf samengestelde zinnen.
Doe dit met het woordje 'en'. 

Denk aan:
* DE HOOFDLETTER
* De komma --> ,
* De punt --> .  

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik hou van water. Ik hou van koffie.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik heb een boot.
Ik heb een fiets.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik zie een raam.
Ik zie een klok.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik koop een jurk.
Ik koop een jas.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik pas een schoen. Ik pas een laars.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld:
Ik drink koffie./ Ik drink thee.
Na zin 1 haal je de punt weg. Zet een komma neer. 
Ik drink koffie
Ik drink thee.
of
Ik drink koffie of ik drink thee.  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld:
Ik drink koffie./ Ik drink thee.
Je mag de zin korter maken als het onderwerp en de persoonsvorm hetzelfde is.  
Ik drink koffie.
Ik drink thee.
of
Ik drink koffie of drink thee.
Ik drink koffie of thee.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak nu zelf samengestelde zinnen. 

Gebruik het woordje 'want'.

Denk aan de hoofdletter, de komma en de punt! 
Maak nu zelf samengestelde zinnen.
Doe dit met het woordje 'of'. 

Denk aan:
* DE HOOFDLETTER
* De komma --> ,
* De punt --> .  

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pakt de kat de kaas?
Pakt de kat de muis?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kom je met de auto?
Kom je met de fiets?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Is het hek grijs?
Is het hek blauw?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De suiker is bruin./
De suiker is wit.

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar!

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions