2022-12-05 4VWO L'adverbe

L'adverbe / Het bijwoord
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

L'adverbe / Het bijwoord
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."

Slide 1 - Diapositive

Filmpje Grandes Lignes

Slide 2 - Diapositive

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas travaille bien à l'école."
bien is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas est un bon élève."
bon is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Lucas est un très bon élève."
très is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Parfois, les élèves font les devoirs"
Parfois is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz

Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?
"Parle doucement, s'il te plaît"
doucement is een ...
A
bijwoord
B
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Van bijv. nw. (adjectif)
naar bijwoord (adverbe)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Transforme cet adjectif en adverbe:
vrai

Slide 11 - Question ouverte

Transforme cet adjectif en adverbe:
gratuit

Slide 12 - Question ouverte

Transforme cet adjectif en adverbe:
définitif

Slide 13 - Question ouverte

Transforme cet adjectif en adverbe:
complet

Slide 14 - Question ouverte

Transforme cet adjectif en adverbe:
meilleure

Slide 15 - Question ouverte

De plaats van het bijwoord

Slide 16 - Diapositive

Met l'adverbe au bon endroit dans la phrase.
1. Nous avons mangé le repas.

2. J'ai aimé ta présentation.

3. Il ne fait pas très beau aujourd'hui.


4. Il a parlé longtemps.
bien
beaucoup
malheureusement
très

Slide 17 - Question de remorquage

Avez-vous des questions?
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
Faites les exercices: 9, 10ab, 11

Slide 18 - Diapositive

Avez-vous des questions?
Doel: "Ik weet (weer) wat een bijwoord is. Ik kan in het Frans van een bijvoeglijk naamwoord een bijwoord maken en dit op de juiste plaats in een zin zetten."
Faites les exercices: 9, 10ab, 11

Slide 19 - Diapositive