Start H1D
1 / 18
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Wat is de PV in de zin:
De eerste schoolweken vlogen voorbij.
De eerste schoolweken vlogen voorbij.
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Wat is het OW in de zin:
De winnaar van de loterij kocht direct een Ferrari.
De winnaar van de loterij kocht direct een Ferrari.
Slide 7 - Question ouverte
Wat is het WG in de zin:
De peuter liet zijn ijsje vallen.
De peuter liet zijn ijsje vallen.
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Wat is het LV in de zin:
De leeuw consumeert dagelijks vele kilo's vlees.
De leeuw consumeert dagelijks vele kilo's vlees.
A
de leeuw
B
consumeert
C
dagelijks
D
vele kilo's vlees
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat is het MV in de zin:
De mentor mocht aan de geslaagden het diploma geven.
De mentor mocht aan de geslaagden het diploma geven.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het MV in de zin:
De kok schepte voor de wandelaars een bord macaroni op.
De kok schepte voor de wandelaars een bord macaroni op.
Slide 16 - Question ouverte
Wat is het MV in de zin:
Om drie uur geeft de bondscoach de pers zijn opstelling door.
Om drie uur geeft de bondscoach de pers zijn opstelling door.
