hulp van de juf
oefening 4:
Hoeveel vakjes tel je van 0 liter naar 1 liter? Schrijf dat aantal bij de noemer.
Hoeveel vakjes zijn er gekleurd ? Schrijf dat aantal bij de teller.
Je leest de breuk luidop: .../.... van 1 liter
Zet de breuk om naar een breuk met als noemer 10 of 100 of 1000
Hoe? vermenigvuldig de teller en de noemer met hetzelfde getal
- Lees de breuk met als noemer 10 of 100 of 1000 luidop
- Zet nadien de breuk om in een kommagetal, gebruik hiervoor je positieschema
Maal hoeveel moet ik de noemer doen om 10 te hebben?
5 x ? = 10 => 5 x 2 = 10
Ik vermenigvuldig de teller en de noemer met 2
de teller x 2 en de noemer x 2
2 x 2 = 4 en 5 x 2 = 10
=> ik krijg de breuk 4/10 => ik lees de breuk luidop als 4 tiende
=> wat zijn de eenheden bij het getal 4 tiende? 4 dus ik schrijf de 4 bij de tiende in het positieschema
=> nu weet ik het wat het kommagetal is van 2/5 = 4/10 namelijk: 0,4